Ontkleuring

I’ve been losing way too long

I wish things could come undone

Expectations, Portland, Your Colours Will Stain, 2019

Rita ging deze maand met pensioen. Decennialang was ze een vertrouwde verschijning in de federale overheidsdienst Sociale Zaken, waar ik voor mijn pensioen lang voorzitter was. Toen ik haar een felicitatieberichtje stuurde, kreeg ik een reusachtige zucht terug. Thuis met pensioen gaan was al nooit de droom, maar nu was het de echt gebeurde nachtmerrie. Natuurlijk kon er geen feestje zijn. Het is erg om zomaar uit een groep mensen te worden weggegomd. ‘Maar wat erger is,’ whatsappte Rita me, ‘ik zag in een jaar geen enkele collega’.

Niet alleen voor sociale veelvraten als Rita zijn de sociale disfuncties die de nodige coronamaatregelen met zich brengen een gesel. Ik vrees dat dit belevingsloze tijdsgewricht, als over een paar jaar alle sociale barometers wetenschappelijk worden gecheckt, een blijvende ramp zal blijken voor menselijke betrekkingen. Rita’s getuigenis, de zoveelste zucht van Levinas die ik de jongste weken kon horen, was de aanleiding om door mijn adresboekje te gaan. Wat ik vermoedde, bleek waar. Sinds maart 2020 heb ik geen enkele nieuwe relatie aangeknoopt: geen zakelijke relaties, maar ook geen nieuwe kennissen en vooral geen nieuwe vrienden.

2020 is het eerste jaar na 1961 dat dit me is overkomen. Niet dat ik in andere omstandigheden iedereen constant zie, hoor of lees, maar zelfs met de oudste kennissen sprak ik pre-corona nu en dan af of ik belde er hartelijk mee met de verwachting dat we elkaar wel weer eens zouden zien. Soms gebeurde dat vervolgens niet, maar het behoorde tot de mogelijkheden, en dat telde. De gang door het adresboekje werd een wandelingetje door Memory Lane, waar ik mensen tegenkwam als Jan en Marc (die ik leerde kennen bij Mannen Tegen Seksisme), Ivan en Sofie (in een hotel in Egypte), Mark en Jan II (bij een drankje na een presentatie), een dozijn Wetswinkeliers, medestudenten, medescholieren, werkcollega’s en teamgenoten van voetbalploeg Red Star Sluizeken.

Hoeveel van die warme mensen zijn dit jaar stilletjes maar tegen mijn wil en wens uit mijn gezichtsveld verdwenen? En met hoeveel heb ik de volgende jaren nog echt contact, nu de anders vanzelfsprekende massages van vriendschappen zijn weggevallen?

Een van die vrienden vroeg me of ik nog inspiratie had. Toeval bestaat niet, net daarvoor hoorde ik Jente Pironet van de Belgische band Portland op de radio met spijt in het hart zeggen dat ze alle songs die ze het afgelopen jaar schreven door de papierversnipperaar hadden gejaagd. Die hele week hoorde je Belpoppers klagen over gebrek aan inspiratie, omdat in hun levens niets meer gebeurde.

Ik ontkom er ook niet aan. Vroeger schreef ik elke dag een columnkarkasje, waarvan ik er net voor de deadline één uitwerkte. Nu moet ik mijn hersenen pijnigen om iets op papier te krijgen dat aan de coronaclichés voorbijgaat. Alles wat je leest in de krant en op het internet, alles wat je hoort op de radio en ziet op televisie, gaat over corona en heb je al honderden keren gehoord. Je ondergaat het. Tot die clichés behoort nu ook de buitensporige manier waarop de politie tegen jonge mensen optreedt. Het blijft niet beperkt tot een Antwerpse procureur, bij wie het licht opeens uitging.

Nooit heb ik meer vrienden gemaakt en meer inspiratie opgedaan dan tussen mijn 15de en mijn 25ste. De gulzigheid naar vriendschappen en inzichten is in die jaren onverzadigbaar. Nooit is het ‘er is geen tijd te verliezen’-gevoel dwingender. Ik weet echt niet wat ik zou doen als ik nu 19 was en moest vaststellen dat ik geen vier vrienden mag zien, terwijl voetbalploegen mogen dollen in bubbels van vijftig. Commercie en tv-rechten zijn heiliger dan jongerenrechten. Ondertussen ontkleuren jeugddromen.

Naschrift

Deze tekst verscheen als column in De Tijd van zaterdag 20 februari 2021.

Video Expectations

Hoe moeilijk het moet zijn voor Jente Pironet om nieuwe songs te maken: “‘Ik ben in tegenstelling tot pakweg Lou Reed geen goeie verhalenverteller. ‘Scene setting is niet mijn ding. Ik zing over wat ik zelf heb meegemaakt. Zo wordt muziek tegelijk therapie. Ik kan mijn demonen verjagen tijdens een concert terwijl ik er misschien nog applaus voor krijg ook.’

Gelieve bij de laatste alinea zo luid als mogelijk te zingen: “I never knew me a better time, and I guess I never will“.

 

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie