
China, China Calling out to history
Is that the way it will always be?
China, Red Rockers, Good As Gold, 1983
Op 9 november 2016 kreeg ik om 16.17 uur plaatselijke tijd een dringend sms-berichtje van een hoge ambtenaar van het Taiwanese ministerie van Binnenlandse Zaken met de vraag om bij mijn terugkeer naar de hoofdstad Taipei van gedachten te wisselen over de veranderde wereldsituatie. Ik moest het bericht drie keer lezen voor het tot me doordrong. Twee uur eerder had ik verbijsterd de boodschap ‘Donald John Trump wordt de 45ste president van de Verenigde Staten’ gelezen op het CNN-scherm in een hotelkamer in het hartje van Taiwan en ik was nog altijd overstuur.
Daar, in het wondermooie Chungyang Shan-gebergte, breide ik, samen met Teergeliefde, een weekje vakantie aan mijn professioneel verblijf in Taiwan, wier regering me had uitnodigd om presentaties te geven over de meest verschillende onderwerpen.
Taiwan was al jaren verscheurd door het pensioenvraagstuk. Hoge pensioenen waren enkel weggelegd voor ambtenaren en militairen. Ze wilden alles weten over de hervorming die de Belgische pensioencommissie voorstelde. Had ik toen geweten hoe de regering Michel daarmee zou aangaan, had ik mijn toon geen klein beetje getemperd.
Ze wilden weten hoe ze een betere gender-efficiëntie konden bereiken. Ik ben daarover zeer nederig geweest: de helft van hun topambtenaren bleken vrouwen te zijn, we hadden/hebben amper 1 vrouwelijke FOD-voorzitter.
Maar vooral wilden ze te weten komen hoe de efficiëntie van hun administraties kon worden opgekrikt.
Nine to five is in vele Aziatische landen even heilig als het bij ons in de vorige eeuw was. Mijn begeleiders hadden me uitgelegd dat ik niet op vele vragen moest rekenen. Vragen stellen is om te beginnen een beetje onbeleefd – het lijkt alsof je het slecht had uitgelegd – maar vooral, zeiden ze me, het leeft niet zo fel in ambtenarenkringen.Nine to five is in vele Aziatische landen even heilig als het bij ons in de vorige eeuw was.
Maar na mijn verhaal over tijd- en plaatsonafhankelijk werken, het afschaffen van de prikklok, het geven van vertrouwen aan werknemers en het resultaatwerken werd ik overstelpt met vragen van vooral jonge ambtenaren. Ik bleef enthousiast antwoorden en lette onvoldoende op de steeds nerveuzer wordende armbewegingen van mijn begeleiders. Ik wist niet dat een tafel vol ministers, rectoren en topambtenaren al een uur op mij aan het wachten was voor de lunch.
Maar die hadden zich blijkbaar niet verveeld. Ik kwam terecht in een heftige discussie over de Amerikaanse verkiezingen. Iedereen hield wel degelijk rekening met een overwinning van Trump. Diens America First-policy, en vooral zijn uitgesproken terughoudendheid om landen zomaar militair bij te springen, was niemand ontgaan. Het wakkerde de schrik voor een Chinese invasie fel aan. Toen mijn mening gevraagd werd, gaf ik zo correct mogelijk de briefing weer die ik gekregen had van de deskundige mensen van onze federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken. Blijkbaar was men daar rond de tafel danig van onder de indruk. Vandaar het sms-berichtje.
Nu, 4 jaar later en dus enkele dagen voor de Amerikaanse presidentsverkiezingen, is de de visie van de Taiwanezen op de Amerikaanse president merkwaardig gekanteld. Anders dan Aziatische landen als Maleisië, Singapore, Indonesië, de Filipijnen en Thailand, waar de overweldigende meerderheid van de bevolking hoopt op Biden als de 46ste president van de VS, zou een kleine meerderheid van de Taiwanezen liever een herverkiezing van Trump zien.
Die totale ommekeer kwam er na het legendarische telefoongesprek dat de Taiwanese presidente Tsai Ing-wen op 2 december 2016 had met Trump. Hij nam tot haar totale verbazing de telefoon op en was zo verheugd met haar gelukwensen dat hij niet doorhad dat het gesprek de woede van China zou opwekken. Op 4 december tweette Trump dat hij niet begreep waarom hij China permissie zou moeten vragen om met een staatshoofd van een democratisch land te bellen. Ze vroegen de Amerikanen toch ook nooit om toestemming?
In Taipei waren de high fives niet te tellen. Trump is op dat elan doorgegaan. De contacten tussen de U.S.A. en Taiwan werden steeds warmer. Dit jaar bezochten twee Amerikaanse topambtenaren Taiwan. De ene kwam de pandemie-aanpak bespreken, de andere om een begrafenis bij te wonen. Je kan het niet echt hoogdiplomatieke manoeuvres noemen, maar in Peking was het een en al tandengeknars en machteloze woede. Het was van 1979 geleden, toen Washington de diplomatieke relaties met Taiwan verbrak en het communistische China erkende, dat er nog zo’n hooggerankte U.S.A.-ambtenaren Taiwan aandeden.
Enkele dagen geleden besliste Trump voor 4,2 miljard dollar wapens te leveren aan Taiwan. China heeft zich altijd al fel verzet tegen wapenleveringen en moet nu met lede ogen aanzien hoe de VS Taiwans Hedgehogstrategie – Taiwanese egels tegen Chinesese overmacht – opgezet om een Chinese invasie tegen te gaan, versterken.
42 percent van de Taiwanezen denken blijkbaar met Trump veiliger te zijn dan met Biden als president. 30 percent hebben meer vertrouwen in Biden, die beloofde de banden met bevriende staten nauwer aan te trekken. 28 percent van de Taiwanezen hebben ofwel (nog) geen opinie of willen liever terug naar de situatie met lossere banden met de Verenigde Staten. Niet zozeer om toenadering te zoeken met Communistisch China maar omdat ze bang zijn voor het slechtevriendensyndroom: Goed willen doen voor een vriend maar deze precies daardoor in een moeilijke situatie duwen.
Naschrift
Deze tekst verscheen, weliswaar in kortere versie, als column in De Tijd van 31 oktober 2020, vier dagen voor de Amerikaanse verkiezingen.
Video China
Vooraleer de trollen weer uit hun mollengraven komen: Taiwan betaalde mijn reis maar ik betaalde die voor Teergeliefde met eigen penningen. De vakantieweek natuurlijk ook.
Dat de Chinese machtshebbers niet kunnen lachen met contacten tussen ambtenaren (en politici) van Uno-lidstaten met Taiwan mocht mijn toenmalige collega van de FOD Buitenlandse Zaken, Dirk Achten, snel ondervinden. Ik was nog maar een paar dagen in Taipei of hij kreeg al bezoek van de Chinese ambassadeur, die hem zijn diepe ontgoocheling over het onrecht dat zijn land was aangedaan door het bezoek van een secretaris-generaal overbracht. Niet dat ze daar op Buitenlandse Zaken van wakker liggen. Het behoort stilaan tot de diplomatieke rituelen.
Het is merkwaardig dat de eerste Amerikaanse topambtenaar die Taiwan na 41 jaar aandeed, over Covid-19 kwam spreken. Taiwan telt amper coronadoden omdat het uiterst goed voorbereid was op een pandemie. Het rapport van de ambtenaar in kwestie – Health and Human Services Secretary Alex Azar – heeft, afgaande op de wijze waarop de Trump-administratie met de pandemie omgaat, naar alle waarschijnlijkheid het Witte Huis niet bereikt.