Laat de slimste nooit de baas zijn.

But I guess they still don’t understand
And they can never understand
And they said go find 2000 man
And they said tell him we’ve got new plans
But instead I’m here to tell you friend

He’s Simple He’s Dumb He’s The Pilot, Grandaddy, The Sophtware Slump, 2000

Een pak magistraten waren niet echt opgezet met de komst van Annemie Turtelboom als minister van Justitie, tenminste als je de kranten van de afgelopen dagen mag geloven. Waarom? Ze is geen juriste.
Je hoort dezelfde zaken ook in andere sectoren. In het onderwijs, bijvoorbeeld, kan je alleen directeur worden als je leraar bent geweest. Er zijn nog veel ziekenhuizen waar alleen een arts als directeur getolereerd wordt. Eigenaardig genoeg vindt niemand dat aan het hoofd van een steenkoolmijn een gewezen mijnwerker moet staan. Dit geheel terzijde.

Overheidsmanagers weten uit ervaring dat de meeste ministers ook denken zoals juristen en dokters. Als er een nieuwe politiek moet uitgestippeld worden voor pensioenen, bedrijfswagens of fraudebestrijding convoqueert de bevoegde minister de leidende ambtenaren. Na 9 jaar aan het hoofd van een administratie die steeds minstens 8 regeringsleden mag dienen, heb ik daar enige ervaring in. Bij het begin van een legislatuur word ik naar de diverse kabinetten gesommeerd omdat de sociale fraude moet worden aangepast, de tegemoetkomingen aan personen met een handicap moet worden bijgesteld of de pensioenregelingen geüniformiseerd. Let wel, dat zijn de verstandigste ministers. De minder begaafde regeringsleden denken dat ze het met hun kabinet wel zullen uitvissen. Maar als dat telefoontje komt met de uitnodiging voor zo’n vergadering zeg ik steeds, met het nodig respect, dat ik er niet zal zijn maar onze experten wel. Zeer uitzonderlijk volgt hierna geen stilte. Je kan je zo de consternatie op het gezicht van gesprekspartner voorstellen. De meesten durven het niet te zeggen maar ze denken stellig: die staat aan het hoofd van het ministerie Sociale Zekerheid en hij weet niet wat we met de pensioenen, kinderbijslag of jaarlijkse vakantie moeten doen. Dus antwoord ik meteen op de niet gestelde vraag : “Natuurlijk weet ik daar het fijne niet van. Ik ben namelijk manager, geen expert. Mocht ik van al die zaken alles weten, wat deden al die andere mensen dan nog op een departement?”
Ik schreef met opzet, aan het begin van een legislatuur. Want, tijdens dat eerste telefoongesprek, meestal met een kabinetschef, voorspel ik hoe die vergadering zal verlopen: na de introductie, komt de eerste ministeriële vraag en hangt nagenoeg iedere leidinggevende aan zijn smartphone, bellend naar zijn experten. “Wat moet ik daar op antwoorden?” De meeste kabinetschefs vragen de volgende keer om experten te sturen.
Soms is de leidinggevende ambtenaar een goede expert. Dan hou ik mijn hart vast voor de organisatie die hij leidt.
Experten zijn namelijk meestal slechte managers.
In onze FOD laten we iedereen die leiding geeft, evalueren door hun medewerkers. Experten die chef zijn, worden meestal weggeëvalueerd. Omdat hun medewerkers vinden dat hij niet met hen bezig is maar met zijn inhoudelijke dada’s. Hij coacht niet, is geen connector tussen mensen, bevordert het samenwerken niet, laat de mensen niet groeien en niet zelden concurreert hij met iedereen in zijn team die hem qua expertise naar de kroon kan steken.
Collega Tom Auwers zegt het mooi met weinig woorden: Laat de slimste nooit de baas zijn! Natuurlijk moeten managers affiniteit hebben met de inhoud, moeten ze de grote lijnen, opportuniteiten en minpunten van het inhoudelijke aanvoelen en de strategie vastleggen. Maar ze moeten vooral managen, mensen responsabiliseren, aansporen tot samenwerken, tot netwerken en tot professioneel groeien… En vooral, ze moeten aanmoedigen en de medewerkers trots maken op hun werk.

Een minister is meer beleidsmanager dan beleidsexpert.
Annemie Turtelboom is een slimme madam. De kans is groot dat ze haar kabinetsmensen inzet als programmaverantwoordelijken die werkgroepen opzetten met iedereen die kan meewerken aan een betere justitie. En hopelijk geeft ze die magistraten die vinden dat alleen juristen minister van Justitie kunnen zijn, geen leidinggevende functie. Want wie zo denkt is hoogstwaarschijnlijk een expert, maar zeker niet de slimste. De slimste mag nooit de baas zijn. De domme expert, die denkt slim te zijn, al helemaal niet.

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

5 reacties op Laat de slimste nooit de baas zijn.

  1. johan zegt:

    Heel goed de nagel op de kop geslagen. Van op afstand gezien en de redenering volgend: wat doen al die politiemensen als korpschef? of al die magistraten die een rechtbank leiden? Een expert gebruikt zijn expertise in zijn vakgebied, en dat is zelden leiding geven. Hoewel ik niet akkoord ben dat een goede manager de slimste moet zijn…Het moet gewoon de beste manager zijn.

  2. Bull’s eye! Het goede is ook dat een niet-juriste niet besmet is door het corporatisme dat nog steeds gemeengoed is onder juristen (soory voor de veralgemening, maar gebaseerd op directe ervaring). Ben geen fan van de huidige regering, maar Justitie zou inderdaad wel eens de verrassing kunnen worden.

  3. Op zich ook slim, waardoor medewerkers zich smijten en zelf ook trots zijn op hun organisatie.

  4. bouchat philippe zegt:

    Vous posez là une question à laquelle je suis souvent confronté. Je dois avouer que je pensais comme cela aussi auparavant : le chef doit être un expert. Mais, mes expériences passées et récentes me confortent plutôt en sens inverse à présent : un bon chef est avant tout un bon manager, c’est-à-dire une personne apte à tirer le meilleur de ses collaborateurs. Qui a dit qu’il n’y a que les imbéciles qui ne changent pas d’avis ?

  5. De Bisschop Erik zegt:

    I love it. Om het met enige beroepsfierheid te zeggen: alles draait om verkoop. Verkopen (overbrengen, overtuigen…) van ideeën, concepten, verhalen. En niet te vergeten, de grootste kwaliteit van een goede verkoper… luisteren. Luisteren naar de klant. Tijdens een soms pijnlijke stilte verteld de klant (lees: medewerker, collega…) wat hem/haar werkelijk ontbreekt, hoog of dwars zit. Alleen zo ziet de toekomst er voor iedereen rooskleurig uit.

Plaats een reactie