Lineaire besparingen zijn desastreus

Well, I ride on a mailtrain, baby,
Can’t buy a thrill.
Well, I’ve been up all night, baby,
Leanin’ on the window sill.

It Takes A Lot To Laugh, It Takes A Train To Cry

Bob Dylan – Highway 61 Revisited, 1965

Alle politieke partijen willen efficiëntere administraties. Over wat dat dan inhoudt, verschilt men erg van mening. Over hoe die efficiëntie gemeten moet worden liggen de meningen, nog verder uiteen. Aan de meeste theorieën van politieke partijen ligt een ideologisch denken over de staat ten grondslag en een vage definitie van het wenselijk functioneren ervan. Meestal wordt in termen gedacht die teruggaan tot de al in 19e eeuw opduikende discussie tussen Big Government en Lean State. En de laatste decennia komt daar nog eens het “wat wij doen, doen we beter” bij. Dat zijn de theorieën.  De praktijk van al die ideeën komt meestal neer op lineaire besparingen. Terwijl lineaire besparingen, ook bij grotere privébedrijven, altijd faliekant zijn voor de efficiëntie van de organisatie.

Waarom wordt er steeds lineair bespaard en waarom is het desastreus? – Deel  1.

Stel, je hebt een overheidsfabriekje en daar worden treinen gemaakt. Er zijn 4 ministeries:  een ministerie stoomtreinen, een ministerie elektrische treinen, een ministerie treinen op zonne-energie en een R&D- ministerie. Het fabriekje heeft schulden. Hoe lost een regering dat op? Zal het ministerie stoomtreinen opgedoekt worden en het ministerie elektrische treinen afgebouwd? Neen, in 90% van de gevallen zal er lineair bespaard worden in alle afdelingen. Waarom? Omdat iedere ministerie een minister heeft. Dus is er ook een Minister voor Stoomtreinen en die zal nooit beslissen om zijn ministerie af te bouwen. Want dan heeft hij politiek het onderspit gedolven. Journalisten zullen weken aan een stuk vragen hoe het komt dat hij zo enorm heeft toegegeven. Zijn partijvoorzitters zal hem bij de opmaak van de verkiezingslijsten afserveren. Het goede doen is dus politieke zelfmoord. Dramademocratie. Dramatisch voor de burger, dramatisch voor de werking van overheidsdiensten en even dramatisch voor de individuele politicus, want die wil wel het goede maar je kan van niemand verwachten dat hij politiek zelfmoord pleegt. Dit is geen parabel, het is de steeds terugkerende geschiedenis van de nacht van het begrotingsconclaaf. En oh ja, in 10% van de gevallen wordt bespaard op R&D want “dat is wat de burger het minst zal voelen”. Maar, laat ons wel wezen, in beide gevallen zijn de beslissingen desastreus.

Waarom wordt er steeds lineair bespaard en waarom is het desastreus? – Deel  2.

De lineaire besparingslogica gaat ervan uit dat de kredieten goed verdeeld zijn. Alleen dat is niet zo: kredieten werden zeker niet op “wetenschappelijke” manier toegekend. De toerekening van kredieten  is zeer organisch gegroeid. Het gebeurt via aanwasbegrotingen. Je kan ook zeggen, met de natte vinger. Stel dat voor hetzelfde werk er in dienst A één werknemer ingezet wordt en in dienst B drie werknemers. Dan heeft dienst B geen enkel probleem wanneer er lineair bespaard wordt. Waarom zou een directeur zijn diensten in het vervolg zo reorganiseren dat hij het met één werknemer kan doen? Een organisatie die 30% bespaart op zijn ruimte en ervoor zorgt dat de overheid daar ieder jaar 6 miljoen euro mee uitspaart,  moet evenveel besparen als een organisatie die de 100% blijft betalen. Lineaire besparingen zorgen ervoor dat goed management afgestraft wordt. Lineaire besparingen zijn desastreus.

Wat moet je dan wel doen? En wat moet je vooral niet doen? Come and see the next episode/blog.

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s