They used to tell me I was building a dream
With peace and glory ahead
Why should I be standing in line
Just waiting for bread?
Can You Spare A Dime, Ronnie Lane, Single, 1975
XYZ, een groot bedrijf dat decennialang gediversifieerd heeft – ze biedt onder meer reisagentschappen, elektrische schrijfmachines, sociale secretariaten en pampers aan – moet zwaar besparen. De CEO wordt de laan uitgestuurd. Het directiecomité vraagt een internationale auditorganisatie om de ganse onderneming door te lichten.
Het rapport is rampzalig. Nooit werd het produceren van schrijfmachines in vraag gesteld. De pamperfabriek in Voorzeke produceert, met de helft van de mensen, evenveel pampers als die van Achtergem. Reisagentschappen verliezen constant klanten aan online organisaties. Iedere dienst houdt er een eigen personeelsdienst, een eigen IT-dienst en een eigen logistieke dienst op na, die los van elkaar verschillende systemen aankopen om hetzelfde te doen. Ieder sociaal secretariaat heeft zijn eigen callcenter. De aanhoudende vraag van de administratieve medewerkers om plaats- en tijdsonafhankelijk te mogen werken wordt compleet genegeerd, alhoewel de potentiële besparingen in kantooroppervlakken, energie en schoonmaakkosten zeer groot zijn.
De nieuwe CEO legt het rapport rustig naast zich neer en beslist dat iedere dienst 10% op zijn werking moet besparen en dat niemand die uit dienst gaat mag vervangen wordt.
Zou de CEO van dat XYZ in de economische krantenpagina’s omschreven worden als visionair, briljant of strategisch? Ik betwijfel het. Bestaat het bedrijf überhaupt nog binnen 5 jaar? Onmogelijk.
Toch is dit de manier waarop al onze regeringen tewerk gaan wanneer het economisch weer op onheil staat. Ik verwacht dat het nu ook weer het geval zal zijn met de volgende federale regering. Daarmee antwoord ik de velen die me vragen hoe ik tegen de aankomende besparingsregering aankijk. Same difference. Alleen zullen de percentages deze keer iets hoger zijn, wegens Europa.
Ieder regering hoort een besparingsregering te zijn. Ieder regering hoort ook een investeringsregering te zijn.
Je verwacht toch van een regering, ook wanneer ze in goed economisch vaarwater laveert, dat ze kapt in de dingen die niet (meer) werken of dat ze dingen die nodig waren in de 20e eeuw maar nu nice to have zijn, inruilt voor dingen die hard nodig zijn? De vaststelling is dat ze het niet doen. Er zijn uitzonderingen zoals Zweden en Nieuw-Zeeland. In België is het nooit vertoond. Alle partijen die deel uitmaken van besparingsregeringen zaten voordien ook al in regeringen. Het is een beetje zielig te zien hoe partijen de schuld bij anderen leggen. De ene kan meer schuldig zijn dan de andere maar alle potten en ketels zien zwart.
Het gevolg is dat er nu ineens besparingsregeringen nodig zijn die ook snijden in dingen die wél werken. En nog erger: er kan niet geïnvesteerd worden omdat er geen reserves zijn aangelegd tijdens de rijke jaren.
Regeringen die én besparen én investeren kunnen dat alleen als er een visie is op de overheid. Dat ontbreekt in ons land. Regeringen kennen zelfs hun administraties niet. Ze zijn er ook amper in geïnteresseerd. Nog nooit heeft een premier in ons land het College van overheidsmanagers ontmoet, laat staan dat een premier ons ooit een toekomstbeeld voor de overheid kwam uitleggen. Als er geen project is, klooit iedereen – ministers, overheidsmanagers en ambtenaren – een beetje aan.
Er moet niet alleen visie zijn op wat de overheid moet doen en over hoe ze dat doet, het moet ook jarenlang consequent doorgezet worden. Stop & Go-beleid aborteert onvermijdelijk alle inspanningen. Finland heeft bewezen dat het kan werken. De Finnen lieten, na het voor hen economisch desastreuse uiteenspatten van de Sovjet-Unie, niet-partijpolitieke binnen- en buitenlandse deskundigen een meerjarenplan voor hun overheid opmaken, waarna alle politieke partijen beloofden het plan gedurende jaren onverminderd te zullen uitvoeren. Het maakte niet uit of ze nu in de meerderheid of in de oppositie zaten. You may say I’m a dreamer, but I’m not the only one.
Deze tekst verscheen als column in De Tijd van 16 augustus 2014.
Video Ronnie Lane: http://tinyurl.com/opt82oq