Taalslacht

Hypocrisy is the greatest luxury

Raise the double standard

‘Hypocrisy is the greatest luxury’, The Disposable Heroes Of Hiphoprisy, 1992

Een jaar gelden voerde de regering een verplicht taalexamen in voor alle leidinggevende federale ambtenaren. Tegen 1 november 2019 moet iedereen een goed taalrapport kunnen voorleggen. Voor niet-mandaathouders is het gevolg van een taalexamenbuis een verbod om hun personeelsleden te evalueren, wat de meesten veeleer als een cadeau dan als een sanctie zien. Voor de mandaathouders, directieleden die voor zes jaar worden aangesteld, is er de zwaarste sanctie: ontslag.

Achter de maatregel zit het correcte principe dat een leidinggevende functioneel moet kunnen communiceren met zijn medewerkers. Al bij de doorvoering van de Copernicushervorming in 2001 is de functionele tweetaligheid principieel opgelegd aan alle mandaathouders. Het is niet toevallig dat een Vlaams-nationalistische minister dit na 16 jaar een stringente regeling invoert. Het is ook niet toevallig dat zijn voorgangers dat niet nodig vonden. Er waren nooit klachten.
In de jaren zeventig, ik was beginnend en tijdelijk ambtenaar in de federale administratie, was dat wel even anders. Franstalige leidinggevenden die geen gebenedijd woord Nederlands begrepen, waren schering en inslag. De arrogantie en neerbuigendheid waarmee Nederlandstaligen werden behandeld, was stuitend. Ooit stond ik neus aan neus met een puur Franstalige baas nadat hij ons iets in de trant van ‘et pour les Flamands, la même chose’ had toegeroepen. Zijn eentaligheid had weliswaar voordelen. Had hij ‘gij vuurte stommekloot’ begrepen, dan was het gevolg iets zwaarder geweest dan een berisping.
In 2002 kwam ik aan het hoofd van de federale overheidsdienst (FOD) Sociale Zekerheid en stelde ik vast dat de situatie totaal was veranderd. Toen ik stoutmoedig ordonneerde dat voortaan op de vergaderingen ‘chacun parle sa langue’ van toepassing zou zijn, werd ik net niet uitgelachen. Dat was al lang de praktijk in de meeste vergaderingen. En waar het niet gebeurde, sprak de Franstalige Nederlands en de Vlaming Frans. Uit collegialiteit.

Natuurlijk spreken ze niet het soort Frans en Nederlands waarmee je een taalexamen bij Selor passeert. Maar ze verstaan elkaar perfect. Bij evaluatiegesprekken was het niet anders. Tot nog toe moest daarbij een wettige tweetalige (sic) aanwezig zijn als de gesprekpartners niet tot dezelfde taalrol behoorden. Die zat er, op een uitzondering na, voor spek en bonen bij.

Omwille van het principe heeft minister Steven Vandeput dus een probleem opgelost dat er niet was. En heeft hij een echt probleem gecreëerd. Want wat blijkt? Van de zowat 500 leidinggevenden die de proeven al aflegden, zo’n 20 procent, slaagde niet de helft. Het eerste slachtoffer bij de mandaathouders viel al: een alom gerespecteerde en talentvolle mandaathouder bij de FOD Economie, over wiens Nederlands nooit een klacht is geweest. Met de huidige regeling dreigt de helft van de Vlaamse en 70 procent van de Franstalige mandaathouders zijn ontslag te krijgen. Na de totaal mislukte redesign van de federale overheid, een resem koninklijke besluiten die de administraties naar de papiertijd terugflitsen, volgt nu een slachtpartij onder topambtenaren. We zijn aardig op weg naar een efficiënte overheid.

Als het de regering menens is met het principe dat alleen kan worden geëvalueerd door een tweetalige, zullen we nog lachen. De voorzitters van de FOD’s worden geëvalueerd door hun ministers. Moet ik echt de namen opnoemen van ministers van wie je, zelfs als ze van een fonetisch opgemaakt spiekbriefje voorlezen, nog het raden hebt in welke taal ze spreken? Zullen we afspreken dat ministers die niet tweetalig zijn, ook meteen ontslag krijgen? Nee, natuurlijk, hypocrisie is de grootste luxe.

De Federale Auditdienst heeft net zijn eerste opdracht afgerond met een studie over de grootste risico’s bij de FOD’s. Daar staat taal niet tussen. De grootste risico’s zijn ondergefinancierde diensten, kennisverlies en onvoldoende stakeholdersbeleid. Hopelijk houdt een volgende regering zich bezig met de echte problemen in de overheid.

Naschrift

Deze tekst verscheen als column in De Tijd op 29 juni 2018.

Video ‘Hypocrisy is the greatest luxury’: https://tinyurl.com/ydyh4g2u

In 2007 noemde ik de Raad van State staatsgevaarlijk omdat hij ongenuanceerd vier benoemingen van topambtenaren vernietigde wegens vormfouten. Welk bijvoeglijk naamwoord hoor je te gebruiken wanneer de helft van de topambtenaren gedecimeerd worden?

Simon Bekaert distilleerde uit onder andere mijn Raad van State-relletjes een mooie openingsrede: http://simonbekaert.be/wp-content/uploads/2012/07/Openingsrede-21-09-2012.pdf

 

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

2 reacties op Taalslacht

  1. Simon Bekaert zegt:

    Mooie bijdrage in De Tijd.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s