Once I built a railroad, I made it run
Made it race against time
Once I built a railroad, now it’s done
Brother, can you spare a dime?
Bing Crosby, Brother, Can You Spare A Dime, single, 1938
Sophie Dutordoir, ceo van de NMBS, zei vorige november in de Kamer en op de VRT dat mobiliteit in België ‘decennialang verwaarloosd is’. ‘Veertig procent van de treinen van de NMBS is meer dan dertig jaar oud. Er rijden te veel verschillende types rond, die allemaal andere noden hebben. ‘Laat ons opnieuw meer investeren in treinen’, zei Dutordoir.
“Als de NMBS vandaag is wat ze is, dan komt dat door de visie die de politiek in België over het bedrijf had”, zei ze nog lief. Want wat ze echt bedoelde was: politici hebben nooit enige visie gehad. Hoe kan je anders verklaren dat er sedert 2008 geen beheersovereenkomst meer is tussen de overheid en de NMBS? Ondanks de rij mobiliteitsministers dat ons land telt, is er geen spoor te bekennen van enige mobiliteitsstrategie. De magere troost voor spoorwerkers en spoorreizigers is dat onze regeerders ook niet geen visie hebben over milieu en klimaat, over pensioen en vergrijzing, over arbeidsmarkt en economische migratie, over werkloosheid en duurzame arbeid.
En over staatsschuld en overheidsinstellingen. In het heetst van de verkiezingsstrijd in 2014 kregen we met de kreet “Show me the money!” de verwachting dat er een regering zou komen die de staatsschuld met branie en visie zou aanpakken. Maar de Zweedse coalitie zette gewoon de traditie verder met kaasschaafbesparingen op en investeringsstop binnen het overheidsapparaat. Overheidsmanagers die op de gevaren van dat non-beleid wezen werden arrogant weggestuurd met de boodschap: meer met minder moet kunnen. Wat topambtenaren al jaren weten, begint nu te dagen bij vakministers: ze kunnen geen kant meer op.
Volgens minister Crevits moet de komende legislatuur absoluut in het kleuter- en basisonderwijs investeren. “Het basisonderwijs krijgt meer dan een miljard minder in vergelijking met het secundair”.
Minister van Justitie Koen Geens weet dan weer dat om het structureel ondergefinancierde gerechtelijke apparaat om te vormen tot een professionele en moderne organisatie, er een investering nodig is van 750 miljoen euro per jaar.
Niet toevallig krijg je dat soort uitspraken te horen aan de vooravond van een onderwijsstaking, op de dag wanneer magistraten hun ongenoegen uiten, of wanneer mensen urenlang vastzitten in luchthavens door acties van luchtverkeersleiders.
Alle partijen hebben in de maanden voor de parlementsverkiezingen massa’s plannen in de aanbieding die stuk voor stuk stevige investeringen vereisen. Misschien kunnen ze daar enkele kiezers mee overtuigen maar overheidsmanagers lachen daar meewarig om. Ze lezen de rapporten van de Nationale Bank en het monitoringscomité en weten dat er enorme besparingen op ons afkomen. Volgens berekeningen van De Tijd moet de regering voor dit jaar nog op zoek naar 7,7 miljard om de begroting in evenwicht te krijgen. Naar alle waarschijnlijkheid is dit een onderschatting. De regering waagt zich, om die reden en net voor de verkiezingen, niet meer aan een begrotingscontrole. Men heeft zelfs geen idee hoe groot het tekort in de sociale zekerheid is. “We varen blind”, zeggen de sociale partners. De federale topambtenaren weten dat het nog geen closing time is voor de investeringsstop.
Op de strategiedag van de federale topambtenaren met als thema “Waar willen we staan in 2024?” was de conclusie: we kunnen veel doen, we willen veel veranderen, maar er moet een einde komen aan de desinvestering. Zelfs Hans D’Hondt, Voorzitter van een FOD (Financiën) met 26.000 ambtenaren die tot voor kort omwille van zijn grootte schaalvoordelen genoeg had om de desinvestering op te vangen zei schertsend dat hij de hort opgaat met zijn rockgroep Closing Time als er weer een investeringstop komt. Misschien kan hij dat beter doen: zelfs als er een regering met branie en visie komt die de investeringsnood inziet zal die geconfronteerd worden met het enorm gat in het budget. En naar Closing Time is er vraag genoeg. Hun benefietconcert voor Kom Op Tegen Kanker in De Werf op 3 mei is bijna uitverkocht.
Naschrift
Deze tekst verscheen als column in De Tijd van 22 maart 2019
Twee keer gebruikte ik de woorden “branie en visie”. Dit is een knipoog naar Veronique Goossens, nu hoofdeconoom bij Belfius, maar recent ook gedebuteerd als columniste in De Morgen. De titel van haar eerste column (op 5 maart gepubliceerd) is “Gevraagd aan huidige generatie politici: branie en visie”.
Bing Crosby’s Brother, Can You Spare A Dime is waarschijnlijk de eerste opname ooit.
Er zijn tientallen versies van de song die stamt uit de Great Depressiontijd. Ook Tom Waits nam een versie op (voor een liefdadig doel).
De versie van Ronnie Lane (Ex-Small Faces) lijkt opgenomen te zijn in 1936 (ondanks de elektische gitaar maar vooral omwille van de klarinettist):
Een zeer merwaardige cover uit het psychedelische 1967 is die van St. Valentines Day Massacre, de groep van Jon Lord na The Artwoods en net voor Deep Purple.
Uit dezelfde tijd en dus met onvermijdelijk hammondorgel : de funky Mel Tormé (die van Comin’ Home, Baby ).
De serieuze B-kant van een grappige teenyboppernummer van Pat Harvey uit 1963.
Alleen voor de liefhebbers: een countryjazzversie van The Village Stompers uit 1965.
George Michael nam de song op voor zijn Songs from the Last Century.
Uit dezelfde goudenstemcategorie: Tom Jones.
Er zijn tientallen jazzversies van “Brother”:
Paul Motian met een schitterende Rebecca Martin
Bill Carrothers met “onze” Nicolas Thys & Dré Pallemaerts
Hans D’Hondt noemde zijn band naar (de titel) van Tom Waits eerste, fenomenale, album. Ik koos die titel (ook) omdat het mijn laatste column is als voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid.