It ain’t easy, living off the land
It ain’t easy, oh how I need your hand to hold
No one could believe a summer could be so damn cold
No One Could Believe A Summer Could So Be Cold, John Dillon, White Mansions, 1978
De Conzé Péjé is pas echt doorgedrongen in Zerkegem toen een paar overmoedigen zich verenigden in de vzw Zon voor Alleman, algauw de ZonA genoemd, en een bus huurden dat hen naar een ander gat in de grond bracht, maar dan in het Zuiden. Alles moest zo goedkoop mogelijk en dat bleek ook uit de keuze van de bus. Wijselijk lette men op het te verplaatsen gewicht. Dus werd iedereen op het hart gedrukt om echt niet meer dan 20 kg bagage mee te zeulen. Dat was nooit een probleem bij de heenreis maar bij de terugreis zorgden de aldaar aangekochte andersculturele waren voor overgewicht. Met de jaren groeide het bagagegewicht. Meester Allemeersch, hoofdonderwijzer van de Zerkegemse Lagere Jongensschool, vond dat het zo niet verder kon. Daar moest over nagedacht worden want voor het meten werd gebruik gemaakt van de laadbrug van de plaatselijke camioneur en die gaf niets aan onder de 100 kg. Dus werd de bus leeg gewogen en daarna opnieuw met alle bagage erin. Daarna paste Meester Allemeersch de gevreesde Regel van Drie toe. Iedereen moest evenveel procent achterlaten als er procent overgewicht was. Soms waren er meerdere meetbeurten nodig tot het gewenste gewicht bereikt werd. Dat gebeurde tot jolijt van de plaatselijke bevolking die zo in het bezit kwam van voor hen andersculturele waren. Na een paar jaren liep de helft van de Zuiderlijke jeugd rond in voetbaltruitjes met reclame voor Riva Pils. De bagagekwestie leidde tot verhitte discussies. De serieuze mensen die nooit meer dan 17 kg in hun valies durfden proppen hadden het snel door dat een paar snoodaards moedwillig hun valies tot wel 30 kg vulden. Met de jaren daalde het aantal Serieuzen en vergrootte de groep Boelbedervers, die de Serieuzen, niet eens buiten gezichtsbereik, hartelijk uitlachten. Meester Allemeersch werd door de Serieuzen voor het blok gezet: of hij vond een eerlijker systeem of volgend jaar deden ze niet meer mee. De Meester beloofde het ieder jaar maar nooit veranderde er iets. Nu, decennia later en jaren na het roemloze failliet van vzw ZonA, zijn er nog Zerkegemse families die niet met elkaar praten. Mocht er zich een begin van leedvermaak met West-Vlaamse geplogenheden van je meester maken, beste lezer, bedenk dan dat je bij iedere verkiezing Meesters Allemeerschen hebt verkozen. Alle regeringen gaan op dezelfde wijze tewerk wanneer er moet bespaard worden op hun administraties. Want besparen is steeds lineair, omdat de ministers de inhoud van de valiezen niet kennen. Bij iedereen, bij Serieuzen en Boelbedervers, wordt een gelijk procent afgenomen want “dat is toch eerlijk”. En ja, ook in administraties worden de Serieuzen uitgelachen. Waarom zou je, als overheidsmanager, zo weinig mogelijk geld voor personeel, ruimte of informatica vragen? “Zorg voor wat vet, dan snij je niet in je vlees bij lineaire besparingen”, wordt iedere nieuwkomer op het hart gedrukt. En als je daar morele last bij hebt omdat zoiets de belastingbetaler onnodig geld kost? “A la guerre comme à la guerre, mijnheer”. Ieder jaar vragen de Serieuzen aan de ministers om de volgende keer de inhoud van de koffers te vergelijken. Maar de dag na de begrotingsopmaak gaat men weer over tot de waan van de dag. En volgend jaar wordt er weer lineair bespaard. Zo krijgt zelfs een land gordelroos.
Deze blog verscheen op 23 maart 2013 als column in De Tijd. Deze versie is een beetje langer. De valiezenidee kreeg ik van Tom Auwers, alias @tauwers, mijn buddy-veranderaar en medeauteur van De Collega’s Werken Thuis.