Tussen haakjes

Pugswash
It’s nice to be nice as my mother once said,
it’s good to be good and it’s fun to be fun.
It’s nice to be nice as no other would say,
it’s good to be good and it’s fun to be fun.

It’s nice to be nice, Puswash, Giddy, 2009

Tussen haakjes

Nu en dan verschijnt mijn naam in de krant. Maar nooit alleen mijn naam. Soms is het Frank Van Massenhove (SP.a), soms is het Frank Van Massenhove (topambtenaar). Blijkbaar denkt de journalist dan dat de lezer met die haakjes ineens veel meer over mij weet. En jammer genoeg denken heel wat lezers dat ik tot die twee dingen terug te brengen ben.

Ik heb het opgegeven om te argumenteren dat ik via een hard assessment en een jury waarin onder meer Herman Deleeck zat, de enige die in mijn idolatrie in de buurt van David Bowie komt en die ik dus bijna niet durfde aan te kijken, een aanstelling kreeg en niet omdat journalisten (SP.a) achter mijn naam zetten. Niet dat ik er echt vrede mee heb als een politiek creatuur afgeschilderd te worden, maar een mens leert met de vreemdste dingen leven.

Maar die (topambtenaar) achter mijn naam, dat zorgt echt voor problemen. Sommige mensen denken dat ik daardoor iets Deleecks heb en durven me amper aan te spreken. Anderen denken dat ik echt belangrijk ben en daarom spreken ze me aan alsof ze me al decennia kennen. Terwijl ik veel liever met die eerste categorie een zonder twijfel aangenaam en als het even kan nonsensicaal babbeltje wil maken.

Het ergste is nog dat te veel mensen denken dat een (topambtenaar) ook alleen maar topmomenten kent. Uitgenodigd worden op de nieuwjaarsreceptie bij de Koning als Gesteld Lichaam bijvoorbeeld. Daar worden mensen die Royalty het mediamoment van de week vinden, net niet euforisch van. Terwijl je dan gewoon probeert enkel te moeten praten met de leukere mensen die je van langdurende vergaderingen kent.

Eén van mijn buren kickt op Royalty, het programma en royalty, de blauwebloedmensheid. En al hoor ik daar niet echt bij, met een (topambtenaar) achter je naam kom je toch behoorlijk dicht in de buurt. Nu en dan schiet hij me dan aan met vragen als “Hoe was het om met de kroonprins te spreken?” of “hoe spreek je de hofmaarschalk aan?”. Dan moet mijn antwoord het midden zijn tussen wat hij wil horen (goud) en wat ik wil zeggen (Koning Midas).

Daarstraks kwam Buur uit het niets opdagen – dat was nu wat gemakkelijker omdat ik sedert vanmorgen in een licht griepachtige nevel vertoef – met een vraag waar ik niet snel een antwoord op had. “Welke fantastische dingen zijn je vandaag al overkomen?”
Ik prevelde iets van “Beetje ziekjes” waarmee ik hem zichtbaar zwaar teleurstelde.

En toch heb ik vandaag al twee fantastische dingen meegemaakt.

Het eerste was een mail van, oh ja, privacy, laat ik een naam noemen, die zo frequent voorkomt dat je nooit gelooft dat de man zo heet, nee niet Jan Peeters da’s te gemakkelijk. Euh, een mail van laat ons zeggen Pieter De Smet. En wat zegt hij?

“Dag mevrouw, Beste Marina,
Van harte dank voor uw stipte en duidelijke reactie. Ik wens nogmaals te vermelden dat ik de werking van uw diensten, uzelf en medewerkers op en top burgervriendelijk vind. Uw ministerie is zeker een voorbeeld voor heel wat andere publieke instanties en privé-organisaties. Om het spreekwoordelijk te schrijven : ‘Jullie zijn een levende reclame van wat mensgerichte dienstverlening echt betekent’! Mijn mega-appreciatie daarvoor.”

Yves, de baas van Marina kreeg de mail in CC, was er even gelukkig mee als Marina en stuurde hem door naar zijn Directeur-Generaal. Die er zo gelukkig mee was dat hij het mij doormailde met de vermelding “Onze collega’s ontvangen vaak complimenten van burgers maar het is inderdaad zelden zo schitterend geformuleerd”.

Je had me moeten zien blinken toen ik dat allemaal las. Het geluk dat je voelt met zulke schitterende mensen te mogen werken.

Maar ik heb het Buur niet verteld.

Terwijl ik mijn erwtensoep met spekjes aan het nuttigen was ging de bel en tot mijn totale verbazing stond daar Jan Lambrechts, nog zo’n voorbeeld van een commis d’état comme il faut, en zijn immer breed lachende madam. Jan ging, niet echt tot zijn totale vreugde, op 1 januari met pensioen. Hij moest vandaag in Gent zijn en wilde me snel iets komen geven. Neen, er was echt geen tijd voor een koffietje.

Dag Frank.
Dag Jan.

In het doosje: een pak oud vinyl. Een alleen in België uitgebrachte Aretha Franklin, een onvindbare Storyville-elpee van Champion Jack Dupree en “Babbacombe Lee” van Fairport Convention in een wonderbaarlijk openklappende hoes.

Op zijn afscheid had ik Jan verteld dat ik me een elegante Bose-platendraaier had gekocht en weer volop mijn vinyl aan het beluisteren was.

Ook van Jan heb ik Buur niets gezegd. Dat zijn voor hem geen top-ervaringen. Dat is iets wat gewone mensen overkomt. Hij weet niet dat ik in werkelijkheid Frank Van Massenhove (gewone mens) ben.

fairport

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

3 reacties op Tussen haakjes

  1. Jan Lambrecht zegt:

    Je doet me rood worden Frank…

  2. Pär Ongeluck zegt:

    ….laat ik een naam noemen, die zo frequent voorkomt dat je nooit geloofd dat de man zo heet…. GeloofT, dus.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s