Please Patronize Are Sponsers, Jim O’Rourke, Eureka, 1999
Op een prachtige lenteochtend ergens in 2004 schuift Hendrik Deroo op zijn typisch slungelachtige manier mijn bureau binnen. Recht voor de raap, vraagt hij me of ik me niet totaal belachelijk vind in dat reusachtig bureau. “Zoiets is toch totaal jouw stijl niet. Allez, jij moet tussen je mensen zitten en hen aanmoedigen, coachen en goed zot maken van ambitie.” Raak. “Bereken eens wat deze ruimte kost” , en nog net voor hij weer mijn bureau uitslungelt komt het genadeschot: “en ga eens na hoe lang je echt aan dat bureau zit!”.
Het bureau was 50 m2 groot. Toen kostte een vierkante meter in centrum Brussel 270 euro per jaar. Voor mijn somptueuze omgeving moesten de Belgische belastingbetalers dus 13.500 euro per jaar neertellen. En ik was er, let even niet op mijn rood aanlopende kaken, 3% van mijn tijd.
Hendrik wist dat. En hij wist ook waarom zulke geldverspilling schering en inslag is, en heus niet alleen bij administraties. “Dat komt omdat we onze kantoren op basis van hiërarchie inrichten en niet op basis van wat we echt moeten doen. Tel het aantal ramen in de bureaus van consultants en je weet op welke trap van de hiërarchie ze staan. Dat heeft niet met efficiëntie te maken maar met statussymbolen”.
Een paar dagen later zit ik tussen vijftien uitgelote collega’s te ontbijten. De maandelijkse ontbijtsessies gingen zes jaar lang door tot ik iedereen in onze FOD had gezien en vooral gehoord. En op die donderdag zijn er opvallend veel jonge moeders present. Ik vraag hen gewoontegetrouw hoe het werk hen bevalt. “Oh, ik doe mijn werk graag, hoor”, zegt Els, “maar ik heb geen tijd voor mijn kinderen en dus denk ik eraan om viervijfde te werken. Dan kan ik bij hen zijn op woensdagnamiddag.” De tafel ontploft van de “ik ooks” en de “natuurlijks”. Zonder er veel bij na te denken vraag ik hen of ze ook deeltijds zouden werken als er hen niet meer opgelegd zou worden wanneer ze moesten werken. “Zeker niet”, is het unanieme antwoord, “het geld komt goed van pas als je jong bent, kinderen hebt en een huis moet afbetalen.”
Heel snel daarna besloten we een nieuwe organisatie te bouwen waarin er voor niemand een vaste werkplek was en waarin zo veel mogelijk mensen konden beslissen waar en wanneer ze werken. We maakten een business plan. Geef ons één keer 10 miljoen euro vroegen we de regering en we garanderen dat er ieder jaar 9 miljoen euro minder uitgegeven moet worden aan vierkante meters. Na 2008,toen de tijden van hersenloze lineaire besparingen aanbraken, kreeg je nooit nog seed money, ook niet met het meest spitsvondige business plan. Maar in 2005 kregen we het wel. Het Novoplan, Portugees voor nieuw, kon van start gaan. (Omdat het in onze rare land nooit in het Nederlands of Frans mag, en Franstaligen een bloedhekel hebben aan het Engels deden we alles in het Portugees). Met nagenoeg geen consultants maar met alle mensen die wilden meehelpen zette Tom Auwers en zijn team het plan, dat door velen als dagdromerij werd afgedaan, om in een realiteit die in de feiten nog meer verdergaand is dan we destijds voor ogen hadden. Dat had niets te maken met het vernuft van de voorzitter of met de visionaire inzichten van het directiecomité maar vooral met de creativiteit en inzet van de vele Hendriks en Elsen in onze organisatie.
Naar aanleiding van de begrotingscontrole schreef Guy Tegenbos: “Als men de managers van de overheidsdiensten niet meer betuttelt maar verantwoordelijkheid geeft, zullen zij nog wel efficiëntiewinsten vinden.” Het verhaal hierboven is maar één van de vele die zijn stelling bewijzen. Daarom zette ik Guy’s zin met volle overtuiging op twitter waarop de alerte Henri van de Kraats repliceerde met “En als de overheidsmanagers de ambtenaren niet betuttelen.” Honderdvoudig gelijk heeft hij.
Deze tekst verscheen voor het eerst als column in De Tijd van 28 maart 2015
Video Please Patronize Are Sponsers http://tinyurl.com/l5rn7s7