Inspection!
Get ever’ting ship-shape an’ shine
Check. Check one.
Inspection Check One, Leftfield, Leftism, 1995
Mijn welgemeende excuses aan de opinieschrijver die onlangs in één van onze kranten schreef dat de Belgische belastingbetaler veel te weinig terugkrijgt in de vorm van diverse dienstverlening als je dat uitzet tegen de forse bijdrage aan administratiekosten die hij ieder jaar aan de Federale Overheidsdienst Financiën moet storten: ik vergat je naam te noteren. Maar je had volkomen gelijk, opinieschrijver, ook met je nuancering dat het niet aan de ambtenaar ligt. Die is helemaal niet lui, maar hij moet dikwijls twee keer hetzelfde werk moeten doen, merkte je scherp op.
Wel, beste opinieschrijver, ik zou zelfs meer zeggen, soms doen we wel acht keer hetzelfde. Al decennia lang veroorlooft de federale overheid zich de luxe er acht sociale inspecties op na te houden. Ze maken deel uit van twee Federale overheidsdiensten, waaronder onze FOD Sociale Zekerheid, en zes sociale parastalen, waarvan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en het Riziv de bekendste zijn. Die acht inspectiediensten werken onvoldoende samen, er is versnippering van middelen, competenties en slagkracht op het terrein. Er zijn dubbele controles, er wordt te weinig ingezet op datamining en er gaan gegevens verloren.
Dat zeg ik niet maar Staatssecretaris De Backer, sedert vijf maanden bevoegd voor de Bestrijding van de Sociale Fraude. De Staatssecretaris heeft een gedurfd plan om aan al die negatieve gevolgen van de versnipperde sociale inspecties een eind te stellen: hij brengt het aantal inspectiediensten van acht naar zeven. Ik ben zeker dat dit voor de Belgische belastingbetaler een enorme opluchting moet zijn, vooral als hij doorkrijgt dat er nergens in zijn plannen enig spoor is van een centrale aansturing van de zeven inspectiekorpsen.
Eerst wilde hij de inspecteurs van de dienst die instaat voor de meeste inkomsten in de strijd tegen sociale fraude, de sociale inspectie van onze FOD, verdelen over de andere inspectiediensten. Toen ik hem erop wees dat als gevolg daarvan alle expertise in die dienst, inbegrepen een dataminingsysteem dat ons in gans Europa benijd wordt, zou verloren gaan, zag hij in dat hij eerder de bestrijding van de sociale fraude aan het bestrijden was dan de fraude zelf. Maar toch moet de sociale inspectie van onze FOD verdwijnen, vind hij, en overgaan in de inspectiedienst van het RSZ.
Blijkbaar is het doel van de ganse operatie niet dat de strijd tegen sociale fraude geprofessionaliseerd wordt maar dat onze dienst opgedoekt wordt. Is het dan zo vreemd dat mijn inspectiemensen de plannen van hun Staatssecretaris als een wraakoefening ervaren? Dat we van de plannen enkel afweten als er een lek is of als er ons iemand een verkeerd geadresseerde mail stuurt, helpt natuurlijk ook niet. Anders dan wat de staatssecretaris in de Commissie Sociale Zaken van de Kamer beweerde, worden we op geen enkele manier bij zijn plannen betrokken, laat staan ingelicht.
Nu zal u, lezer, me voor de voeten gooien dat ik vecht voor het status quo en dat ik gewoon die inspectiedienst in onze FOD wil houden. Dat is ten andere wat de staatssecretaris in de Commissie Sociale Zaken insinueerde. “Iedereen ziet dat er veranderd moet worden, iedereen wil dan verandering maar niemand wil zelf veranderen”. Ik voel me hierdoor persoonlijk aangesproken. Op alle vergaderingen van de taskforce met de staatssecretaris en de andere inspectiediensten, heb ik klaar en duidelijk gezegd, zoals ik al veertien jaar doe, dat ik voorstander ben van een strategische herpositionering van alle inspectiediensten in een federaal agentschap tegen de sociale fraude. Dan zou voor de eerste keer in de geschiedenis van dit land een eenduidige strategie tegen de sociale fraude kunnen geformuleerd worden onder leiding van één topambtenaar in plaats van de bric-à-brac-organisatie die steunt op de goodwill van acht leidende ambtenaren zoals we die op de dag van vandaag kennen.
Ik ben niet de enige die dit vindt. “Het samenbrengen van de verschillende inspectiediensten in een enkel federaal agentschap tegen de sociale fraude voordelen zou inhouden voor alle actoren, zijnde de gecontroleerde werkgevers, de controlediensten en de overheidsfinanciën. Met dergelijke structuur kunnen de informatie-uitwisseling en de controles immers worden geoptimaliseerd. Hierdoor kan eenzelfde werkgever een opeenvolging van controles door verschillende diensten bespaard worden (vaak voelt de werkgever deze controles immers aan als een vorm van pesterij) en kan de alzo uitgespaarde controlecapaciteit besteed worden aan doelwitten, waaraan tot nu toe weinig aandacht is besteed en die zich in een sfeer van straffeloosheid wanen. Doeltreffend controleren, op de juiste plaats en op het juiste moment. Bovendien maakt het samenbrengen van de verschillende inspecties in een federaal agentschap voor de strijd tegen de sociale fraude de toestand ook duidelijk voor de gebruikers: een enkel contactpunt voor de arbeidsauditoren, de werkgevers en de werknemers”.
Je zou verwachten dat dit een tekst is van het VBO of van Unizo. Niet zo, het is het standpunt van de ACOD-ABVV, dat zich in dit dossier van zijn voor velen verrassend positieve en innovatieve kant laat zien. Hopelijk scharen alle sociale partners van de Groep van Tien zich achter dit initiatief. Dan zou iedereen zich nog eens kunnen verheugen in een historisch sociaal akkoord.
Naschrift
Deze tekst verscheen als opinie in De Tijd van 1 november maar was bedoeld als column in De Tijd van 5 november 2016. Omdat mijn brief aan de premier en de betrokken ministers uitlekte, werd beslist de tekst vroeger te publiceren.
Video Inspection Check One – http://tinyurl.com/zjwvjfl