Zinkgat

I’m a fool to do your dirty work, Oh yeah
I don’t want to do your dirty work no more
Dirty Work, Steely Dan, Can’t Buy A Thrill, 1972

Ik ben er na een lange, verkwikkende vakantie terug, lieve lezer. Zo verkwikkend dat ik me zelfs mijn paswoorden niet meer herinnerde. Dat is blijkbaar ook het geval voor onze regeringsleden, die zich hun pensioenbeslissingen niet meer voor de geest konden halen.

Dinsdag kwam het college van de voorzitters van de federale ministeries samen en zij konden zich niet meer herinneren dat hun advies gevraagd was over de elfde verandering van het mandatenstatuut die de regering op de laatste werkdag voor de vakantie beslist had. Dat had niets met de vakantiezon te maken. Het was hun gewoon niet gevraagd.

Raar, want de minister van Ambtenarenzaken heeft de gewoonte om zelfs over pietluttigheden het advies van de belangrijkste ambtenaren van het land te vragen, maar als het gaat over de selectie en de evaluatie van die overheidsmanagers blijkt hij ineens lak te hebben aan hun mening.

Nu zou je kunnen zeggen dat de voorzitters te vooringenomen zouden kunnen zijn in een materie die op hen van toepassing is. Maar dan moeten politici wel consequent zijn: dan horen ze zelf ook niet te beslissen over hun statuut en hun directe en vooral zeer indirecte inkomsten.

Maar dat kan niet de echte reden zijn voor het negeren van de voorzitters, want de minister van Ambtenarenzaken vroeg wel het advies van het College van de Administrateurs-generaal van de Openbare Instellingen van Sociale Zekerheid. Niet dat hij echt geïnteresseerd was in hun mening, want hij wachtte hun advies niet eens af om de regering zijn voorstel te laten goedkeuren. Ondertussen is dat advies er. Het is vernietigend.

Toch was het niet louter kommer en kwel op de vergadering van de voorzitters. We hebben minutenlang gegierd toen iemand de vergadering erop attendeerde dat de regering met de verandering de depolitisering van de administratie wilde bevorderen en meer privésectormanagers wilde aantrekken.

Over politisering kunnen we kort zijn: zolang managers door politici worden aangeduid en geëvalueerd – en daar verandert met de nieuwe regeling niets aan – zal dat meerkoppige monster een rustig bestaan kennen.

De politisering bij de rechters heeft pas een einde genomen toen niet de regering maar de benoemings- en aanwijzingscommissie kon bepalen wie rechter werd en welke rechters bevorderd hoorden te worden. De eenvoudige regel dat tien van de veertien leden zich akkoord moeten verklaren over wie het meest geschikt is, heeft de ziekelijke situatie in een paar jaar gesaneerd. Zo’n eenvoudige oplossing stond de regering niet voor ogen. Ook de oppositie niet, want ze had niet het begin van kritiek op de regeringsbeslissing.

De vaststelling dat bedroevend weinig managers uit de privésector zich aangesproken voelen om hun talenten bot te vieren in de publieke sector is correct. Ik heb daar in mijn lange loopbaan veel collega’s uit de privésectorcollega’s proberen toe aan te zetten. Sommigen overwogen even de overstap, maar haakten af na verhalen van politieke inmenging, druk en chantage en van tot evaluaties omgebouwde disciplineringsmachines.

Voor mensen uit de privésector staat de ijselijke manier waarop opeenvolgende regeringen een einde maakten aan de opdrachten van mensen zoals Johnny Thijs bij De Post, Karel Vinck bij de NMBS en Didier Bellens bij Belgacom, nog helder voor de geest.

Het nieuwe besluit van de regering zal daar niets aan veranderen. Integendeel, vanaf nu kan een overheidsmanager zijn job maximaal twee mandaten van zes jaar uitoefenen. Na twaalf jaar krijg je een oprotpremie en loopbaanbegeleiding. Tenzij je ambtenaar bent. Dan krijg je een hoge benoeming – een joekel van discriminatie die de Raad van State, die zich nog over die beslissing moet uitspreken, toch moeilijk kan ontgaan.

Als er al mensen uit de privésector de overstap naar de overheid durven te wagen, dan is het dus weinig waarschijnlijk dat ze jonger zullen zijn dan 53 jaar. Iemand van 45 weet dat hij misschien op zijn 51ste na een evaluatie, maar zeker op zijn 57ste op zoek moet gaan naar een nieuwe uitdaging. Met de beperking van het aantal mandaten wil de regering meer mobiliteit creëren en dat is een goede doelstelling. Alleen doe je dat niet door mensen na twaalf jaar de professionele afgrond in te kegelen.

De hele regeling is een rommeltje.

Mocht u denken, Frank voelt zich geviseerd, weet dan dat ik, op anderhalf jaar van het einde van mijn mandaat, niet geïmpacteerd ben door de regeringsbeslissing. Wat wel wringt, is de vaststelling dat het oorspronkelijke Copernicusidee van een efficiënte overheid met verantwoordelijke overheidsmanagers sedert 2003 steeds verder afgebroken wordt. Straks rest enkel een reusachtig zinkgat.

Naschrift

Deze tekst verscheen in De Tijd van 9 september 2017.

Natuurlijk moest er een tekst (en muziek) van Steely Dan bij deze column, na het verscheiden van Walter Becker, die samen met zijn bloedsbroeder Donald Fagen die de duistere jaren zeventig van een bijzonder gepersonaliseerd licht voorzagen. Alles, gewoon alles, wat die twee schreven en opnamen moet je minstens tien keer gehoord hebben vooraleer je iets zinnigs over muziek en bij uitbreiding over de wereld kunt zeggen.

Misschien beginnen met de video van Dirty Work: https://www.youtube.com/watch?v=ghcsrblhn7A

 

Over Frank Van Massenhove

Volg mij op Twitter: @FVMas
Dit bericht werd geplaatst in Geen categorie. Bookmark de permalink .

2 reacties op Zinkgat

  1. Chris Spriet zegt:

    Maar wat een sterke teksten schrijft u toch, mijnheer Van Massenhove. Ze zijn ijzersterk gedocumenteerd, scherp van toon en getuigen van een weloverwogen engagement, maar niet van het soort dat afbreekt zonder meer of zijn pijlen afschiet uit eigenbelang. Ik leid uit uw exposé af dat u tegen the powers that be blijft opboksen als die uit expliciet eigenbelang of heimelijk corporatisme verzuimen anderen op ethische gronden te beoordelen en evalueren. In toenemende mate stel ik een bepaalde recalcitrante houding vast waar u geïnstitutionaliseerd onrecht meent vast te stellen. Op een of andere manier lucht mij dat op. In mijn professionele kring ervoer ook ik soortgelijke wrijvingen; op geen enkel moment liet ik die mijn eerlijk engagement aantasten of dwarsbomen. Anderzijds maakte het bij mij wel enige ‘malcontentigheid’ los, en al zeker waar ik op louter formele gronden gebaseerde gezagsuitoefening stootte.
    Blijf hoe dan ook het vuur laten branden. Onze tijd kan er op velerlei vlak niet zonder.

    PS Zelf ben ook ik in zekere zin een soortement sixties-kid of hoe je dat dan noemt gebleven. Ik meen op muzikaal vlak de goeie dingen uit die tijd te hebben geraapt, met name op tekstueel vlak (oude Fleetwood Mac, progrock, protest songs, Beatles, CCR, Free, Dylan,… dus ook ‘uw’ Steely Dan). Becker en Fagen waren bakens in die tijd. Inhoudelijk werpen hun songs vaak een bijzonder licht op hun en onze wereld.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s