In The Land Of Make Believe (Version), Native Meets Lee Scratch Perry – Black Ark Showcase 1977
Mijn goede vriend, de socioloog Mark Elchardus, was bijna zijn geloof in de politiek en de democratie kwijt.
Dat hoeft niet te verbazen na een week waarin een Vlaams Parlementsvoorzitter op zijn geel fluwelen troon bleef zitten nadat hij stomdronken met de auto had gereden, en waarin een Vlaams minister-president aan de Vlamingen de ambitieuze 11 juliboodschap verkondigde dat haar partij in de federale regering moet zitten.
Maar niet die dingen brachten Mark – die, tenzij het over migratie gaat, altijd uiterst koel en wetenschappelijk het maatschappelijk scalpel hanteert – zo hard aan het twijfelen. Wat dan wel? Een in de Kamer circulerend voorstel ‘om experts in de plaats van gemandateerden van partijen te laten zetelen in de raden van bestuur, commissies en instituten waarvoor u en ik betalen en waarop onze vertegenwoordigers dus toezicht moeten houden’. (De Morgen, 29 juli)
Dat naast de rule of law, mensenrechten, eerlijke verkiezingen, vrijheid van meningsuiting en vereniging, gelijke behandeling ook het mandateren van partijgetrouwen in de beheerraden van overheidsorganisaties als De Munt en Unia een essentieel onderdeel zou zijn van een liberale democratie, lijkt me nogal sterk.
Dat van die ‘cruciale beslissingen’ mag ook met een korrel zout worden genomen. Op de NMBS na zijn alle strategische beslissingen en vele feitelijke keuzes al opgenomen in de bestuursovereenkomst die door de voogdijminster is opgelegd. Het toezicht op de uitvoering en op het financieel beleid wordt dan weer uitgevoerd door regeringscommissarissen.
‘Deze aanslag op de democratie is bijzonder pijnlijk omdat hij van politici komt’, zegt Mark. Ik vind het juist moedig. Politici die echt de vinger aan de pols houden van wat leeft in organisaties die door de overheid worden betaald of betoelaagd, weten dat het gros van de gemandateerden geen enkele meerwaarde biedt. Het is in vele gevallen een cadeau aan niet herkozen partijgenoten, niet zozeer om hen financieel te helpen – in de meeste gevallen zijn de zitpenningen verwaarloosbaar – maar om hun statusafgang te milderen. Een bekende uitzondering was het Gemeentekrediet, waar veel politici meer verdienden dan in hun publieke functie. Hun beslissingen en toezicht leidden tot het Dexia-debacle.
Mensen die het goed meenden met het Ballet van Vlaanderen vroegen me ooit of ik wilde helpen om de destijds nooddruftige instelling weer op de rails te zetten. Er was nog een plaats vrij in de beheerraad. De sp.a was vergeten iemand aan te duiden. Het wrong wat als bewust partijloze, maar ik deed het. Het gros van de beheerraad was meer geïnteresseerd in de gratis tickets dan in het Ballet zelf. Maar enkele raadsleden zetten zich keihard in en slaagden er samen met het managementteam in de zaak recht te trekken, een fusie met de Opera te realiseren en een personeelsbeleid te installeren. Het waren de, weliswaar door partijen aangestelde, experts. Voor niemand van hen was er nog een zitje in de nieuwe bestuursraad van Opera Ballet Vlaanderen.
Ik solliciteerde als onafhankelijk bestuurder, maar kreeg van een net afgestudeerde medewerkster van een searchbureau te horen dat ik niet geschikt was wegens te weinig ervaring met management. Toen ik bezwaar maakte, kreeg ik een officiële brief. Ik kon geen onafhankelijk bestuurder zijn omdat ik vroeger als gemandateerde van een partij had gezeteld. Slim.
Natuurlijk is de Belgische en de Vlaamse burger beter gediend met experts in de bestuursraden van organisaties waarvoor hij belastingen betaalt. Maar die moeten dan wel deskundig en met zorg worden geselecteerd. Politici worden niet gekozen om in beheerraden te zitten of er hun vertegenwoordigers te plaatsen. Ze moeten werken in de parlementen waar ze verkozen zijn en van daaruit toezien op degelijk beleid.
Naschrift
Deze tekst verscheen als column in De Tijd van 13 juli 2019
Video “In The Land Of Make Believe (Version)”
Column Mark Elchardus