So just open up your eyes, old man
Look who’s come to say goodbye
The sun has left the sky, old man
The birds have flown away
And no one came to cry, old man
Goodbye, old man, goodbye
‘Old man’, Randy Newman, Sail Away, 1972
‘Plots kan je hele leven omslaan. Ik staar een volle minuut naar de grond. Mijn wereld is ingestort. Zeg me wat ik moet doen. Ik wil veranderen. We kunnen ons aanpassen. We hadden toch altijd vertrouwen in elkaar? We kunnen zelfs een open relatie hebben als dat nodig is. Ik kijk naar haar, ze kijkt me aan, maar haar ogen glanzen alsof ze dwars door me heen kijkt. Dan sluit ze haar ogen voor wat een eeuwigheid lijkt. Dan kijkt ze naar haar voeten. Ik draai mijn handpalm omhoog om naar de lucht te kijken, raakt de onderkant van haar kin aan en zuchtte. Omdat ik me mijn leven zonder jou en mij niet kan voorstellen. Omdat er dingen zullen gebeuren die ik me niet kan voorstellen, dingen waaraan ik niet wil denken. Ondertussen zegt dat mannetje in mij: “Droog je ogen af, ik weet dat het moeilijk te nemen is, maar haar besluit is genomen. Overigens: er zit nog veel meer vis in de zee. Droog je ogen af, ik weet dat je haar wilt laten zien hoeveel pijn dit doet, maar je moet nu weglopen, het is voorbij’.
‘Er komt een geboortegolf en een echtscheidingstornado op ons af’, las ik die vroege ochtend, en net dan kiest mijn computer uit de miljoenen songs die ik mijn hele leven al verzamel die ene song die de verschrikkelijke menselijke tragedie weergeeft waarbij de ene partner aan de andere zegt dat het voorbij is. ‘Dry your eyes’ van The Streets, een groepsnaam die staat voor Mike Skinner, een briljante Britse rapper en muzikant. De computer beleeft blijkbaar zijn existentieel moment. ‘This is the happy house, we’re happy here in the happy house. To forget ourselves and pretend all’s well. There is no hell’, zingt Siouxsie van de Banshees vals opgewekt na de ijselijke beschrijving van Skinner.
Coïncidentie zou het woord van de dag zijn. We zagen na veel tijd vrienden. Iemand zei dat zijn dochter zwanger was, een ander dat zijn zoon beslist had te scheiden. Zijn vrouw was doodsbang dat ze haar kleinkinderen niet meer zou zien. ‘Dat is het lot van een op de vijf grootouders na een scheiding’, snikte ze. Iedereen voelde enorm mee met haar. We wisten dat ze een paar weken eerder haar moeder had verloren. In het rustoord van haar ma had corona heftig toegeslagen. Er waren geen mondmaskers en geen handschoenen.
‘Die waren er wel in het rustoord van mijn moeder,’ zei weer een andere vriend, ‘maar de drie maanden zonder contact hebben haar in complete dementie gestort. Dat ze uit haar kamer moest omdat haar gang een corona-afdeling moest worden, heeft ook niet geholpen. En ze verstond helemaal niet dat ze enkel haar dochter en geen van haar zoons zag opdagen wanneer eindelijk bezoek toegelaten was.’ Van alle aanwezigen was er maar een van wie de moeder – geen enkele vader was nog in leven – nog in haar eigen huis woonde. Ze had de hele crisis rustig meegemaakt. Was nooit haar huis uit gedurfd, maar had iedere dag een kind gezien
Wij, die onze mama in het rustoord hebben geplaatst, waren allemaal een beetje jaloers. Ook een beetje beschaamd. We waren allemaal zo druk in de weer geweest met ons eigen leven. Dus was er geen alternatief toen onze moeders hulpbehoevend werden. Maar zelf willen we nooit in het rustoord van onze moeder terechtkomen. Niet dat er een spat kritiek was op de verzorgenden in de rustoorden (niemand gebruikt het woord woon-zorgcentrum). Woede op onze tekortschietende beleidsmakers was er te over.
Dat weekend waren reconstructies verschenen over hoe de besluitvorming was verlopen in de woon-zorgcentra, en dat was niet van dien aard om de scherpte van de commentaren te verzachten. De algemene teneur was: natuurlijk was het voortdurend leren met een onbekende, dodende ziekte, maar helemaal onvoorbereid zijn en dan too little too late maatregelen treffen is onvergeeflijk.
Een vriendin fluisterde ‘en dat totale gebrek aan empathie van die politici, in een land dat 10.000 coronadoden kent’. De kamer ontplofte. Het was voor iedereen de belangrijkste vaststelling van de coronacrisis. De Crem had net zijn intussen beruchte woorden ‘De regel over het zich niet bewegend verplaatsen in parken is nog altijd van toepassing, de mogelijkheid om te verbaliseren ook’ uitgesproken. Maar van een aan repressie verslaafde, zelfingenomen kromprater had men niet meer verwacht.
‘Er is evenveel nood aan een structureel noodplan voor de geestelijke gezondheid van de Belg als voor de economie en de werkgelegenheid’, vond men. ‘Is het nu zoveel gevraagd om een dag van rouw uit te roepen voor onze ouders en vrienden’, vroeg de vrouw van de scheidende zoon. ‘Ja, maar dan met ziekenhuis- en rustoordenpersoneel en zonder politici op de eerste rij’, zei de oudste van de groep.
Naschrift
Deze tekst verscheen als column in De Tijd van 13 juni 2020.
Video Old Man.
Video Dry Your Eyes
Video Happy House
Lees ook Luc Bonneux