Goedlachs is hij nog steeds. Maar hoe meer de duisternis valt over de tuin van het Gentse begijnhof, hoe moeilijker topambtenaar Frank van Massenhove het krijgt om zijn verbittering te verbijten. ‘Vroeger geloofde ik dat alles steeds beter werd. Nu twijfel ik. Zeker als ik de jongste generatie politici bezig zie.’
Henk Dheedene
‘Bezeten door de glimlach’, staat er op de rugleuning van zijn klapstoel, die een verleden heeft bij een lokale scoutsgroep. Toepasselijker kan niet. Een gesprek met Frank Van Massenhove is als een handleiding door de wereld van de lach. Van de minzame glimlach waarmee hij vraagt hoe het op de krant gaat, over de goedlachse manier waarop hij een kort praatje maakt met de buurtbewoner die nieuwsgierig komt piepen wat die vuurkorf in de tuin van het begijnhof doet, tot de warme bulderlach waarmee hij anekdotes van op de werkvloer bovenhaalt.
Die werkvloer is de federale overheidsdienst sociale zekerheid, waar Van Massenhove volgend jaar in april definitief de deur achter zich dicht zal trekken. Hij wordt er dan 65 en gaat dus met pensioen, alhoewel hij dat woord niet in zijn mond wil nemen. ‘Het voelt alsof ik nog maar net afgestudeerd ben,’ zegt hij met alweer een andere lach, die verraadt dat zijn energie nog even groot is als toen hij zestien jaar geleden de administratie binnenstapte met het plan om de stoffige overheidsdienst radicaal te moderniseren. De muren tussen de kantoren gingen eruit, de prikklok werd afgeschaft, ambtenaren kregen plots de vrijheid om te werken waar en wanneer ze dat wilden, en Van Massenhove verscheen overal ten tonele als de pionier van een efficiënte en competitieve overheid, die zelfs als voorbeeld voor de privé-sector gezien werd.
We zitten rond het vuur op een klein grasveldje van het Begijnhof Onze-Lieve-Vrouw ter Hoyen in Gent. Knal in het centrum, maar volledig afgesloten van het lawaai, de auto’s en de hectiek van de stad. ‘Dit is oudste begijnhof van Gent, wellicht uit de 13de eeuw,’ vertelt Van Massenhove. ‘Van de vier begijnhoven in de stad vind ik dit het mooiste.’ De topambtenaar woont hier, samen met bekende buren als politica Vera Dua, gewezen astronaut Dirk Frimout en VRT-presentator Lieven Vandenhaute.
‘Ik ben verliefd op deze stad,’ zegt Van Massenhove. ‘In feite ben ik geboren op mijn achttiende, toen ik uit West-Vlaanderen naar Gent verhuisde. Daarom zie ik er nog zo jong uit, zeg ik altijd voor de grap. Ik voelde mij hier onmiddellijk thuis. Gent is doorheen de geschiedenis altijd al rebels geweest. Tot ver in de negentiende eeuw was de grootste partij hier nog steeds orangistisch, terwijl gans België de Nederlanders de rug had toegekeerd. Het Gentse dialect is uniek, zelfs in vergelijking met de deelgemeentes. Dat komt door de industrie. De vettige è was nodig om boven de machines uit te kunnen komen, heb ik me laten vertellen.’
‘Voor ik naar hier verhuisde, dacht ik dat ik een gekke man was, letterlijk dan. In Zerkegem noemden ze me ‘t oar’, het haar, omdat ik als enige van het dorp mijn haar liet groeien. Ik luisterde naar rockmuziek en ging als enig arbeiderskind niet naar de vakschool. Hier in Gent stelde iedereen me gerust: het is helemaal normaal dat je dromen en ambities als die van jou hebt.’
‘Mijn moeder zei altijd dat Zerkegem bestond uit 1203 zielen en mezelf, de enige afvallige. Ze is op haar 84ste nog steeds de leukste madam van het rusthuis: altijd goedgezind, altijd positief. Veel mensen denken dat mijn optimisme een houding is, maar kijk naar mijn mama, en je ziet dat die houding gewoon in mijn genen zit.’
Armoede
De klok van de begijnhofkerk slaat acht keer. We gooien nog een blok op het vuur, terwijl Van Massenhove over de dood van zijn vader vertelt. ‘Hij is overleden aan een hartaanval. Eerst lag hij nog een paar dagen in een coma, maar toch heb ik nog afscheid kunnen nemen, omdat hij één keer wakker geworden is. Tom Boonen had toen net Parijs-Roubaix gewonnen, en dat heb ik hem nog kunnen vertellen. Hij was daar dolgelukkig mee. Dat was een mooi afscheid. Want met hem moest ik niet over de dingen des levens spreken. Arbeidersmensen deden dat niet, die toonden gewoon hoe ze in het leven stonden.’
Van Massenhove is enig kind, en legt uit waarom dat niet toevallig was. ‘In onze straat waren het bijna allemaal gezinnen met 1 kind. Uit armoede. Nu ook nog zie je dat in de statistieken: mensen die goed verdienen, hebben meer kinderen. En toch daalt het geboortecijfer, ook al zitten we in een periode van economische groei. Ik maak mij daar zorgen over. Want om onze sociale zekerheid in stand te houden, heb je gemiddeld iets meer dan 2 kinderen per gezin nodig.’
Hij maakt zich druk als hij begint over het gebrek aan visie in de sociale zekerheid. Net als in de jaren veertig zouden we het systeem radicaal moeten herdenken, zegt Van Massenhove. ‘Kijk naar de kinderbijslag. Hebben we de regionalisering aangewend om kinderarmoede terug te dringen? Neen, want ze stijgt nog steeds. Je moet zelfs nog een stap verder denken en de vraag durven stellen of kindergeld nog wel een rol te spelen heeft als sociale bescherming. Want kinderen maken je niet langer arm.’
‘Onze focus zou nu moeten liggen op mensen die geboren worden met zo weinig talent, dat ze nooit aan de bak zullen komen in de informatiemaatschappij. Je hebt een crisis nodig voor er echt iets verandert. Zie wat met Dutroux gebeurd is. En zo’n crisis zal er komen met de revolutie van de artificiële intelligentie. Alleen is geen enkele politicus daar grondig mee bezig.’
De spraakwaterval valt even stil, en plots klinkt er zelfs verbittering in de stem van de topambtenaar. ‘Ik wil niet in details treden, maar ik voel me steeds meer het slachtoffer van een niet-bewuste sabotagepoging, omdat politici denken dat ze onfeilbaar zijn en alles beter weten. Ik dacht al die jaren dat onze goede resultaten een waarborg waren om met rust gelaten te worden. Maar met een regeringsleden als Philippe De Backer is het alleen maar erger geworden.’
In die details treedt hij toch, en er volgt een technische uitleg over het samenvoegen van inspectiediensten. Het leidde tot een escalerend conflict. ‘Als je je woede wil koelen op mij, doe dat gerust, want ik ben weg op 1 april. Maar als dat ten koste van mijn mensen gaat, laat ik dat niet zomaar passeren.’
Die recente ruzie is slechts het topje van de ijsberg, zegt Van Massenhove. ‘De lineaire besparingen zijn dodelijk voor veel administraties. De redenering luidt: je moet vermageren, dus zagen we je been af. De staatshervorming is een totale ramp voor de sociale voorzieningen. Op voorhand had men mij gevraagd wat de beste oplossing was voor de gehandicaptenzorg. Mijn antwoord was: het systeem zit fout in elkaar. Nu betalen we die mensen als ze gehandicapt zijn. Maar dat is het laatste wat je moet doen: eerst moet je zorgen voor woningen, en werk. En die bevoegdheden zitten in Vlaanderen. Dus vroeg ik om alles over te hevelen.’
‘Maar slechts bepaalde beleidsdomeinen overzetten, zoals nu gebeurt, is dramatisch: het is veel duurder en een ramp voor de burger. Ik word woedend van die partijpolitieke spelletjes op de kap van de mensen. Terwijl het aantal gehandicapten met twintig procent groeit. Gewoon door de vergrijzing, omdat steeds meer mensen afhankelijk worden en hulp nodig hebben.’
Deuk
Van Massenhove ging altijd al door het leven als een eeuwige optimist, en net nu, vlak voor zijn pensioen, komt de bitterheid toch boven drijven. ‘Ja, dat is zo. Er zijn de jongste tijd zoveel verschrikkelijke dingen gebeurd. Ik had nooit een brexit verwacht, ik had gedacht dat iemand als Trump nooit verkozen zou kunnen worden. Ik heb altijd het idee gehad dat het steeds beter ging met de wereld. De muur viel, homo’s konden plots huwen, euthanasie en abortus werden legaal, de economie draaide steeds beter en de technologie maakte de relaties op het werk en tussen mensen makkelijker. De aanslag op Charlie Hebdo was het kantelpunt: dat was bijna even erg als zouden ze mijn papa vermoord hebben. Dat was een aanslag op de geest waarin ik altijd geleefd had: dat je met alles moet kunnen lachen, en dat je altijd kritisch moet zijn.’
Ideologie
Zit er nog een socialist in Frank van Massenhove? ‘Als je socialisme definieert als niet goed tegen onrecht kunnen, dan zit die er wel nog in, ja. Maar ik geloof niet dat die waarde een exclusieve eigenschap is van het socialisme. En ik zie geen heil in de huidige analyses van de socialisten, net zomin als ik geloof in de oplossing van de liberalen. De eenzijdige blik van de ideologie werkt gewoon niet meer.’
Maar tonen de groeiende politieke spanningen in de wereld niet net dat ideologie wel terug is? ‘Ik heb niet gezegd dat je er geen stemmen mee kan winnen. Maar om problemen op te lossen in deze wereld, moet je niet terugvallen op de grote ideologieën. Dan kan je evengoed de ingewanden van duiven gaan bestuderen. Als je de wereld nog op een 19de-eeuwse manier wil gaan bekijken om oplossingen te vinden voor de 21ste eeuw, dan ben je idioot bezig. Van alle goede beslissingen die de jongste jaren genomen zijn, kan je niet zeggen dat ze links of rechts waren.’
‘Het totale gebrek aan visie bij onze politici, vind ik rampzalig. Ze worden gemaakt door de media en leggen zich daar zomaar bij neer. Bij mij is dat besef gekomen toen ik op een bepaald moment op televisie Johan Vande Lanotte en Yves Leterme zag zitten met een nepbaard aan. Kan je je voorstellen dat een staatsman als Gaston Eyskens dat ooit gedaan zou hebben? Ik zie op dit ogenblik geen enkele politicus die durft een onderscheid maken tussen wat echt belangrijk is en wat het niet is. Iedereen loopt die kiezer en de waan van de dag achterna. En jonge mensen met veel visie hebben geen enkele zin meer om in dat circus mee te gaan spelen.’
Is dat geen defaitisme van een oude man die vond dat alles vroeger beter was? ‘Ergens heb je wel gelijk. Ik spreek daar de jongste tijd steeds minder over. Omdat ik vind dat mijn generatie stilaan moet beginnen zwijgen. Ook wij hebben veel verknoeid. Ik voel wel dat er daar bij jonge mensen een gevoel van kille woede over leeft. We hebben onze planeet naar de knoppen geholpen. We hadden vroeger een oplossing voor onze pensioenen mogen bedenken. We hebben nagelaten om het onderwijs aan te passen aan de wereld die op ons afkomt. En we slagen er niet in om genoeg voor onze grootouders te zorgen, die we wegstoppen in aftandse rusthuizen met te weinig personeel.’
‘Het enige wat we nog kunnen doen, is advies geven vanuit een nederige positie. Is het je niet opgevallen dat ik tijdens dit gesprek heel weinig met de grote oplossingen kom aandraven? Dat was tien jaar geleden wel anders geweest.’ Dus zelfs Frank Van Massenhove heeft leren zwijgen? ‘Dat zal mijn vrouw niet beamen’, lacht hij.
Verandering
Er passeert een buurvrouw die haar hondje uitlaat in de schemering van de vallende nacht. Van Massenhove maakt een praatje. De verbittering lijkt snel verbeten. Ook schrijven helpt hem daarbij, zegt de ambtenaar. Hij doet dat onder meer in columns voor deze krant. ‘Net als bij wandelen doet het je anders naar de wereld kijken. Ik sta in de file, kijk rond, zie dat iemand iets raars doet en plots heb ik een idee. Ik zoek in tegenstelling tot vroeger niet langer in extreme dingen.’
Wel is hij nog steeds verslaafd aan verandering, zegt hij. Maar zijn de radicale ideeën waarmee hij het mooie weer maakte in de administratie, zoals open landschapsbureaus en thuiswerken, intussen geen gemeengoed geworden? Meer zelfs: wordt er niet stilaan van teruggekomen? Of anders geponeerd: stelt Van Massenhove zichzelf wel nog in vraag? ‘Ik doe dat zelfs nog meer dan vroeger’, antwoord hij kordaat. ‘Neem nu de openlandschapsbureaus: ik ben daar intussen zelf ook tegen, omdat er teveel lawaai en afleiding is. Vroeger dacht ik dat dat niet zo’n probleem was. Om je te concentreren werk je thuis, en op het werk kom je om te vergaderen, was de redenering. Maar ik heb ontdekt dat er ook mensen naar kantoor komen omdat het bij hen thuis niet stil is. En vaak zijn dat de mensen die het minst verdienen. Ik kan mij hier een huis in dit muisstille Begijnhof veroorloven, maar mijn chauffeur of een lagere bediende misschien niet, hé. En dus hebben wij enorm geïnvesteerd in stilte op kantoor.’
Ook over leiderschap blijven zijn ideeën evolueren. ‘Ik stap uit alles waar ik geen meerwaarde in zie. En dat is zeer veel. Ik ga bijna niet meer naar operationele vergaderingen. Formeel gezien ben ik wellicht de meest afwezige manager ooit. Waarom zou één hoofd slimmer zijn dan honderden anderen? Ik geloof niet innovatie wanneer ze niet gedragen wordt door mensen. Daarom ben ik meestal niet nodig. En mijn medewerkers durven beslissingen nemen omdat ze zich veilig genoeg voelen. Omdat ze weten dat ik de verantwoordelijkheid neem als er iets fout loopt. Dat ik hen indien nodig zal beschermen tegen politici. Wat jammer genoeg steeds meer nodig is.’
‘Veel vergaderingen zijn bloedeloos. Vaak gaat het niet over de inhoud, maar over ego’s.
Mensen zijn vooral bang om status te verliezen. Ik maak tegenwoordig minder vrienden dan vroeger, omdat ik op zo’n vergadering nu rechtuit durf te zeggen: ‘Maar mens, waar heb jij het eigenlijk over?’
Daarom houdt hij meestal persoonlijke gesprekken met zijn medewerkers. ‘Een van de belangrijkste taken van een leider is waanzinnige vragen blijven stellen: ‘En waarom doe je dit? En waarom kan dit niet op een andere manier?’ Je moet uit je tunnelvisie kunnen geraken. Want de vraag die je stelt, is vaak niet de juiste vraag. Als je dieper graaft, kom je bijvoorbeeld uit bij een probleem in de cultuur van de organisatie.’
NMBS
Als Van Massenhove zo voor verandering predikt, Is het dan niet vreemd dat je al zestien jaar op dezelfde stoel zit? ‘Dat is de verkeerde aanname: het is niet omdat je dezelfde functie hebt, dat je ook hetzelfde blijft doen. In het eerste jaar dat ik aankwam, belandde ik in een van de slechtste organisaties van het westelijk halfrond. Op dat moment moest ik mij op een totale andere manier gedragen dan aan het hoofd van een machine die goed loopt. Maar het klopt wel dat ik vier jaar geleden had moeten stoppen. De jongste tijd is die evolutie er niet geweest.’
Vijf jaar geleden werd hij aangekondigd als nieuwe topman van de NMBS, maar door gezondheidsproblemen ging dat liedje niet door. Heeft hij daar spijt van? ‘Ik ga mijn leven niet verknoeien door erover te blijven denken. Trouwens, heb je het afscheidsinterview met Jo Cornu gelezen? Dat was mijn interview ook geweest: vol frustratie over het gebrek aan vrijheid om echt dingen te kunnen veranderen. Het is trouwens niet zeker dat ik het echt gedaan zou hebben. Ik wou eerst zeker weten dat ik het kon doen zoals Johnny Thijs BPost heeft kunnen aanpakken: met een externe investeerder, en zonder inmenging van de regering, zodat je bijvoorbeeld de vrijheid hebt om de prijs van de tickets te bepalen.’
Er is toen veel gespeculeerd over die gezondheidsproblemen die hem deden afhaken. Had dat niet met de stress van de job te maken? ‘Ik verloor toen een kilo per dag. Er werd toen even gedacht aan kanker. Die krijg je niet van de stress. Uiteindelijk bleek het een heel uitzonderlijk probleem met de darmflora te zijn. Maar op dat moment dacht ik dat ik nog maar een jaar te leven had.’
Had hij niet meer kunnen bereiken in zijn carrière? Een paar keer suggereerde Van Masssenhove zelf dat hij ook wel CEO van de VRT had willen worden. ‘Dat klopt. Bij de VRT vind je het tienvoudige aan talent dan in een overheidsadministratie. Als je dat kan mobiliseren en je gooit die ongelooflijke hiërarchie daar buiten, kan je ongelooflijke dingen bereiken. Voor zo’n job heb je maturiteit nodig. Je kunt dat niet als je 35 bent, want dan is je ego veel te groot. En intussen heeft de organisatie met Paul Lembrechts iemand aan het roer die dat op de juiste manier aanpakt, is mijn indruk.’
Pensioen
Wat gaat hij wel doen als hij volgend jaar met pensioen gaat? ‘Ik ga niet met pensioen’, zegt Van Massenhove kordaat. Hij heeft al plannen, maar wil er ook na enig aandringen weinig over kwijt. ‘Ik word vaak gevraagd voor advies in het buitenland. Het wordt wellicht iets in die richting. En dan ik het ook voor elkaar krijgen dat ik niet hier moet zijn tijdens de winter. Want ik haat die grijze kilte hier.’
Ooit beloofde hij persoonlijk aan de legendarische Franse verzetsheld Stéphane Hessel dat hij zijn hele leven zou blijven vechten voor rechtvaardigheid. Zal hij die belofte nakomen? ‘Ik ga veel vrijer zijn in wat ik zeg. Nu censureer ik mezelf heel vaak. Ook al vragen mensen zich af hoe ik kan blijven zitten op mijn post met alle openlijke kritiek die ik al gegeven heb op de politiek. Ik heb meer dan 49 ministers en staatssecretarissen overleefd. Maar dat is het net: mensen die plat op de vloer gaan liggen als de minister binnenkomt, zijn al lang verdwenen. Omdat je pas respect krijgt als je recht blijft staan.’
Zal hij zijn huidige job missen? ‘De mensen wel, de status niet.’ En omdat muziek zo belangrijk is in zijn leven, heeft hij al een liedje in gedachten dat de soundtrack van die dag moet worden. Maar hij wil nog niet zeggen welke. ‘Ik denk veel na over dit soort zaken. Ik heb ook al een tekst voor het moment dat ik kom te gaan. Mijn vriendin Anneke weet waar ze de tekst kan vinden, maar ook zij weet niet welke het is. Maar je mag er van op aan dat het zeker niet treurig is. Alles waar ik mee bezig geweest ben, was doordrenkt met humor. En verandering in je leven verwerk je best ook met humor. Je moet met jezelf kunnen blijven lachen.’
Ooit zei hij in een interview niet bang te zijn voor de dood, maar sinds zijn zware ziekte is hij op die mening moeten terugkomen. ‘Ik had altijd al tegen mijn vrienden gezegd dat ik klaar was om te sterven. Toen heb ik beseft dat ik al jarenlang aan het liegen was. Die drie weken waren een totale chaos, vol onzekerheid en paniek. Er kwam geen enkel zinnig idee meer in mij op. Terwijl ik al zoveel dood in mijn leven gezien had. Omdat ik vroeger actief was in een vereniging die opkwam voor de rechten van holebi’s, stond ik eind jaren tachtig bijna iedere zaterdag op een crematie van iemand die overleden was aan aids. Recent nog ben ik goede vrienden als Koen Raes en Brice De Ruyver kwijtgespeeld. En nu besef ik: je bent er nooit klaar voor.’
‘En toch: als ik morgen doodval, mag niemand zeggen dat het jammer is. Anneke is altijd kwaad als ik dat zeg, maar het klopt wel: ik heb zoveel leuke en interessante dingen beleefd in mijn leven en kende bijna geen tegenslagen. De meeste mensen hebben vier levens nodig om het geluk te beleven dat ik gekend heb.’
Op de vraag of hij spijt heeft van sommige zaken in zijn leven, valt het antwoord heel snel: neen. Ook niet van het feit dat hij zich liet steriliseren omdat hij geen kinderen wou in een wereld die er zo slecht aan toe was? ‘Ik geef toe: dat was een foute beslissing. Maar dat was iets typisch voor de mentaliteit van onze generatie. De doem was enorm: Reagan kwam eraan en iedereen was ervan overtuigd dat er een derde wereldoorlog op komst was.’ Klinken vandaag geen soortgelijke doemberichten nu Trump de wereld opnieuw dreigt te verdelen? Van Massenhove lacht: ‘Misschien wel, ja. Maar schrijf het alsjeblief in je stuk. ‘Jongeren: doe die niet zoiets stoms als ik. Ik zeg altijd dat we gemiddeld 2,1 kind per vrouw moeten hebben om onze sociale zekerheid te kunnen blijven betalen. En hoeveel heeft Van Massenhove er? Nul, hé!.’
De zwaarste periode in zijn leven was de breuk van zijn eerste vrouw. ‘Ik heb toen twee mensen belogen en valse hoop gegeven: mijn vrouw en mijn minnares. Uiteindelijk heb ik met beiden gebroken. Op zo’n moment wou ik van de aarde verdwijnen. Vrienden hebben toen weken lang rond mijn bed gestaan om mij te beschermen tegen zelfmoord.’
Heeft hij zich ooit afgevraagd waarom het zo gelopen is? ‘Natuurlijk, dat was pure hybris. Ik vond het ongelooflijk dat een mooie, veel jongere vrouw verliefd op me werd. Ik heb mezelf nooit een adonis gevonden, nog altijd niet trouwens, dus begon ik daardoor te zweven. Nu vind ik dat zo onbegrijpelijk. Het is zo anti-Frank.’
Of hij een groot ego heeft, vragen we terwijl we nog een laatste blok op het vuur gooien. ‘Ik had vroeger een waanzinnig ego. Tussen mijn 30ste en 39ste was ik iemand die ik echt niet zou willen tegenkomen nu: ik was een enorme betweter. Als er iets beslist werd waar ik het niet mee eens was, voelde ik me enorm gekrenkt en werd ik woedend. Nu weet ik dat ik even moet nadenken en niet mag ingaan op de reactie van mijn reptielenbrein. De jongste tien jaar begint me dat eindelijk wat te lukken: als ik nu kwaad word, is het om het onrecht dat anderen aangedaan wordt, niet om het feit dat ik persoonlijk geraakt word.’
In feite is Van Massenhove een heel onrustig persoon, geeft hij toe. ‘Dat zie je zelfs nu aan mijn lichaamstaal. Ik zit altijd heel onrustig op een stoel. Stappen en muziek helpen mij en ik ben gelukkig een goede slaper, maar het gewoel in mijn hoofd eindigt nooit. Dat is een verschrikking. Op mijn veertiende vroeg ik al aan mijn papa: ‘Kan je dat ooit afzetten? Ik ging daar onder gebukt. Ik wilde rust en vond die niet.’
Is onrust vaak ook niet een drijvende kracht om zaken te veranderen? ‘Jawel. In die zin heeft die onrust mij ook ongelooflijk gelukkig gemaakt. Ze lag aan de basis van mijn drang naar innovatie. Maar als persoon is het wel enorm belastend. Ik verlang voortdurend naar een momentje met een zondagochtendgevoel, maar ik vind dat bijna nooit. Ik word wakker, ik stap naar de lavabo en ik begin te denken. Bij momenten maakt me dat soms moedeloos. Het enige wat helpt, is het gezelschap van andere mensen. Zij kunnen dat gevoel weghalen.’
(Het vuurt dooft uit, de nacht is gevallen en ook Van Massenhove blijft even stil. En dan is er toch weer die kwinkslag. ‘Weet je wat het grootste probleem met die onrust is? Je wordt er dik van. Als ik denk, zit ik te veel. Kijk naar mij: er moet zeker tien kilo af. Schrijf dat maar in je stuk, dan word ik er elke dag aan herinnerd.’)
Bio
Frank Van Massenhove (64) is geboren in Zerkegem in West-Vlaanderen. Hij studeerde rechten in Gent. Tijdens zijn studies gaf hij samen met een schare extreemlinkse rakkers gratis juridisch advies in de wetswinkel. Daar ontmoette hij Johan Vande Lanotte. Luc van den Bossche trok enkele ‘wetswinkeliers’ in de sp.a-rangen. Van Massenhove werd kabinetschef van de Gentse burgemeester Frank Beke en van Frank Vandenbroucke. Sinds 2002 is hij voorzitter van federale overheidsdienst Sociale Zekerheid. In 2007 werd hij Overheidsmanager van het Jaar.
Naschrift
Dit interview verscheen op 28 juli 2018 in De Tijd.
Arme gezinnen krijgen méér, niet minder babies.
Frank, je optimisme is niet alleen aanstekelijker dan je sombere bedenkingen. Je optimisme is ook juister. 1) Je zegt dat arme mensen minder kinderen krijgen. Dat is fout. Arme mensen hebben meer kinderen (hogere kindersterfte, extra inkomen). Bronnen hiervoor zijn UN-IGME, UN Population, Gapminder en andere. BvB: https://www.gapminder.org/topics/babies-per-woman/. Het is bijzonder belangrijke de feiten juist te hebben. Met jouw impact, wegen woorden door. 2) Overigens zou ik graag met jou discussieren over het nodig hebben van 2,1 kinderen om de sociale zekerheid te betalen. Het is niet echt fout, maar het is korte termijn denken. 3) Als 60+ er die in ergens in het binnenland van Zuid Afrika woont en werkt, leer ik het belang om op onze leeftijd te spreken (en dat bedoel je waarschijnlijk ook). Ons helicopter beeld van de wereld wordt door jongeren en mensen die minder kansen hebben, zeer gesmaakt. Optimisme wint altijd, onze wereld wordt beter, Frank, niet slechter. Groet. Jo
1. We hebben beide gelijk. In landen zonder goede sociale zekerheid (SZ) krijgen arme mensen meer kinderen als een familiale SZ-versie. In rijke landen met goede SZ en goede kinderopvang krijgen rijkere tweeverdieners meer kinderen dan arme. Ik schreef hierover in mijn blog: https://frankvanmassenhove.org/2014/01/20/kinderpraat/
Het intertview ging over België. Dus was het niet fout. Ik informeer me natuurlijk vooraleer ik dingen schrijf. En onze FOD zit op al die statistieken.
2. Ja, het is kortetermijn. Maar niet kortetermijndenken. We houden het SZ-systeem de volgende 15 jaar niet recht met een kind per vrouw-cijfer lager dan 1,5. De gevolgen van AI-ontwikkelingen na 2035 zijn nog in te schatten. Vandaat korte termijn. Natuurlijk zou economische migratie een beetje kunnen helpen maar door de recente migratiegeschiedenis durven politici daar niet aan denken.
3. Zeker moet onze generatie spreken. Maar vooral over onze analyses en ervaringen. Nu wordt arrogant en in TINA-termen gezegd aan jongeren hoe het is en welke beslissingen er moeten komen. Ik werk met een erg jonge groep mensen rond me en ik kan getuigen van hun afkeer voor dit soort communicatie.
4. Als je het stuk goed gelezen hebt, dan zag je wel dat ik optimistisch blijf over de toekomst. Alleen ben ik verbijsterd over samenwerkingen die opgedoekt worden, over cultuurclashes en over de vertraging in onze ecologische politiek. Ik ben een vertraagde believer geworden.
Bijzondere dank voor je reactie, Jo!
Frank, de data (dat in België rijke mensen meer en arme minder kinderen hebben) vind ik niet. Als je er hebt, kan je doorsturen? Een interpretatie vind ik wel en die kan belangrijk zijn. Je bent ineens op 3 argumenten een “kruispunt figuur”. Verklaring 1 (indien er data zijn, want voor heel België is de trend die van de wereld: meer inkomen, minder kinderen): thuiszorg voor kinderen valt in België nu deels onder de sociale zekerheid en deels prive. Tweeverdieners kunnen thuisopvang beter organiseren omdat ze er de mogelijkheden voor hebben. (Sociale zaken, daar heb je wat in te zeggen); 2. hoe meer mensen “thuis” kunnen werken en uren aanpassen aan het gezin, hoe meer gezin en werk in mekaar schuiven en hoe makkelijker het is om kinderen te hebben (dat is je stokpaardje ook, en terecht) en 3. Immigratie. Migranten in steden kunnen wel eens meer kinderen hebben. We maken daar zo’n poespas over, niet te vatten. Er worden partijen rijk op en dat lijkt me redelijkerwijs niet te volgen. Serieus artikel is “A Changing Relationship between Fertility and Economic Development at the Sub-national Regional Level? Theoretical Considerations and Empirical Evidence from 258 European regions”. Jonathan Fox, *, Sebastian Klüsener**, Mikko Myrskylä*** van Berlin Uni, LSE en Max Planck Institute of Demographic Research (ik kan je artikel sturen). Populatie en zijn evolutie kennen is natuurlijk een voorwaarde voor een aanpak van eerste lijn gezondheid, dat is mijn stokpaardje hier in Afrika. Het komt later zeker naar Europa. We doen te weinig met onze middelen, hier leren we zoveel mogelijk te doen met de middelen die er zijn; maar dat is een andere discussie (de “afrikanisering van de gezondheidszorg”). Als opvolging van de verklaring van Alma Ata uit 1978, die al lang vergeten lijkt. Groet, Jo-
>
Ooit schreef ik op mijn keukenmuur; ‘Soms wordt ik zo moe van mezelf!’ en mijn kinderen vulden aan met ‘en wij van ons moeder’ met lachende gezichtjes op elk hun eigen wijze erbij…
‘word ik…’ even te snel geweest bij hertypen na problemen gehad met te plaatsen van mijn eracite